Vervoeging van omvatten
Onbepaalde wijs (infinitief): omvatten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik omvat
- jij omvat
- hij/zij/het omvat
- wij omvatten
- jullie omvatten
- zij omvatten
Present
- I encompass
- you encompass
- he/she/it encompasses
- we encompass
- you encompass
- they encompass
Onvoltooid verleden tijd
- ik omvatte
- jij omvatte
- hij/zij/het omvatte
- wij omvatten
- jullie omvatten
- zij omvatten
Simple past
- I encompassed
- you encompassed
- he/she/it encompassed
- we encompassed
- you encompassed
- they encompassed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omvat
- jij hebt omvat
- hij/zij/het heeft omvat
- wij hebben omvat
- jullie hebben omvat
- zij hebben omvat
Present perfect
- I have encompassed
- you have encompassed
- he/she/it has encompassed
- we have encompassed
- you have encompassed
- they have encompassed
Voltooid verleden tijd
- ik had omvat
- jij had omvat
- hij/zij/het had omvat
- wij hadden omvat
- jullie hadden omvat
- zij hadden omvat
Past perfect
- I had encompassed
- you had encompassed
- he/she/it had encompassed
- we had encompassed
- you had encompassed
- they had encompassed
Toekomende tijd I
- ik zal omvatten
- jij zult omvatten
- hij/zij/het zal omvatten
- wij zullen omvatten
- jullie zullen omvatten
- zij zullen omvatten
Future
- I will encompass
- you will encompass
- he/she/it will encompass
- we will encompass
- you will encompass
- they will encompass
Toekomende tijd II
- ik zal omvat hebben
- jij zult omvat hebben
- hij/zij/het zal omvat hebben
- wij zullen omvat hebben
- jullie zullen omvat hebben
- zij zullen omvat hebben
Future perfect
- I will have encompassed
- you will have encompassed
- he/she/it will have encompassed
- we will have encompassed
- you will have encompassed
- they will have encompassed
Conditionalis I
- ik zou omvatten
- jij zou omvatten
- hij/zij/het zou omvatten
- wij zouden omvatten
- jullie zouden omvatten
- zij zouden omvatten
Conditional present
- I would encompass
- you would encompass
- he/she/it would encompass
- we would encompass
- you would encompass
- they would encompass
Conditionalis II
- ik zou hebben omvat
- jij zou hebben omvat
- hij/zij/het zou hebben omvat
- wij zouden hebben omvat
- jullie zouden hebben omvat
- zij zouden hebben omvat
Conditional perfect
- I would have encompassed
- you would have encompassed
- he/she/it would have encompassed
- we would have encompassed
- you would have encompassed
- they would have encompassed
Imperatief
- jij omvat
- jullie omvat
Imperative
- you encompass
- you encompass