Vervoeging van omwerken

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik werk om
  • jij werkt om
  • hij/zij/het werkt om
  • wij werken om
  • jullie werken om
  • zij werken om

Present

  • I rewrite
  • you rewrite
  • he/she/it rewrites
  • we rewrite
  • you rewrite
  • they rewrite

Onvoltooid verleden tijd

  • ik werkte om
  • jij werkte om
  • hij/zij/het werkte om
  • wij werkten om
  • jullie werkten om
  • zij werkten om

Simple past

  • I rewrote
  • you rewrote
  • he/she/it rewrote
  • we rewrote
  • you rewrote
  • they rewrote

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb omgewerkt
  • jij hebt omgewerkt
  • hij/zij/het heeft omgewerkt
  • wij hebben omgewerkt
  • jullie hebben omgewerkt
  • zij hebben omgewerkt

Present perfect

  • I have rewritten
  • you have rewritten
  • he/she/it has rewritten
  • we have rewritten
  • you have rewritten
  • they have rewritten

Voltooid verleden tijd

  • ik had omgewerkt
  • jij had omgewerkt
  • hij/zij/het had omgewerkt
  • wij hadden omgewerkt
  • jullie hadden omgewerkt
  • zij hadden omgewerkt

Past perfect

  • I had rewritten
  • you had rewritten
  • he/she/it had rewritten
  • we had rewritten
  • you had rewritten
  • they had rewritten

Toekomende tijd I

  • ik zal omwerken
  • jij zult omwerken
  • hij/zij/het zal omwerken
  • wij zullen omwerken
  • jullie zullen omwerken
  • zij zullen omwerken

Future

  • I will rewrite
  • you will rewrite
  • he/she/it will rewrite
  • we will rewrite
  • you will rewrite
  • they will rewrite

Toekomende tijd II

  • ik zal omgewerkt hebben
  • jij zult omgewerkt hebben
  • hij/zij/het zal omgewerkt hebben
  • wij zullen omgewerkt hebben
  • jullie zullen omgewerkt hebben
  • zij zullen omgewerkt hebben

Future perfect

  • I will have rewritten
  • you will have rewritten
  • he/she/it will have rewritten
  • we will have rewritten
  • you will have rewritten
  • they will have rewritten

Conditionalis I

  • ik zou omwerken
  • jij zou omwerken
  • hij/zij/het zou omwerken
  • wij zouden omwerken
  • jullie zouden omwerken
  • zij zouden omwerken

Conditional present

  • I would rewrite
  • you would rewrite
  • he/she/it would rewrite
  • we would rewrite
  • you would rewrite
  • they would rewrite

Conditionalis II

  • ik zou hebben omgewerkt
  • jij zou hebben omgewerkt
  • hij/zij/het zou hebben omgewerkt
  • wij zouden hebben omgewerkt
  • jullie zouden hebben omgewerkt
  • zij zouden hebben omgewerkt

Conditional perfect

  • I would have rewritten
  • you would have rewritten
  • he/she/it would have rewritten
  • we would have rewritten
  • you would have rewritten
  • they would have rewritten

Imperatief

  • jij werk om
  • jullie werkt om

Imperative

  • you rewrite
  • you rewrite

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van omwerken