Vervoeging van onderlijnen
Onbepaalde wijs (infinitief): onderlijnen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderlijn
- jij onderlijnt
- hij/zij/het onderlijnt
- wij onderlijnen
- jullie onderlijnen
- zij onderlijnen
Présent
- j'insiste
- tu insistes
- il/elle insiste
- nous insistons
- vous insistez
- ils/elles insistent
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderlijnde
- jij onderlijnde
- hij/zij/het onderlijnde
- wij onderlijnden
- jullie onderlijnden
- zij onderlijnden
Indicatif imparfait
- j'insistais
- tu insistais
- il/elle insistait
- nous insistions
- vous insistiez
- ils/elles insistaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderlijnd
- jij hebt onderlijnd
- hij/zij/het heeft onderlijnd
- wij hebben onderlijnd
- jullie hebben onderlijnd
- zij hebben onderlijnd
Indicatif passé composé
- j'ai insisté
- tu as insisté
- il/elle a insisté
- nous avons insisté
- vous avez insisté
- ils/elles ont insisté
Voltooid verleden tijd
- ik had onderlijnd
- jij had onderlijnd
- hij/zij/het had onderlijnd
- wij hadden onderlijnd
- jullie hadden onderlijnd
- zij hadden onderlijnd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais insisté
- tu avais insisté
- il/elle avait insisté
- nous avions insisté
- vous aviez insisté
- ils/elles avaient insisté
Toekomende tijd I
- ik zal onderlijnen
- jij zult onderlijnen
- hij/zij/het zal onderlijnen
- wij zullen onderlijnen
- jullie zullen onderlijnen
- zij zullen onderlijnen
Indicatif futur
- j'insisterai
- tu insisteras
- il/elle insistera
- nous insisterons
- vous insisterez
- ils/elles insisteront
Toekomende tijd II
- ik zal onderlijnd hebben
- jij zult onderlijnd hebben
- hij/zij/het zal onderlijnd hebben
- wij zullen onderlijnd hebben
- jullie zullen onderlijnd hebben
- zij zullen onderlijnd hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai insisté
- tu auras insisté
- il/elle aura insisté
- nous aurons insisté
- vous aurez insisté
- ils/elles auront insisté
Conditionalis I
- ik zou onderlijnen
- jij zou onderlijnen
- hij/zij/het zou onderlijnen
- wij zouden onderlijnen
- jullie zouden onderlijnen
- zij zouden onderlijnen
Conditionnel présent
- j'insisterais
- tu insisterais
- il/elle insisterait
- nous insisterions
- vous insisteriez
- ils/elles insisteraient
Conditionalis II
- ik zou hebben onderlijnd
- jij zou hebben onderlijnd
- hij/zij/het zou hebben onderlijnd
- wij zouden hebben onderlijnd
- jullie zouden hebben onderlijnd
- zij zouden hebben onderlijnd
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais insisté
- tu aurais insisté
- il/elle aurait insisté
- nous aurions insisté
- vous auriez insisté
- ils/elles auraient insisté
Imperatief
- jij onderlijn
- jullie onderlijnt
Impératif
- tu insiste
- vous insistez