Vervoeging van onderuitgaan
Onbepaalde wijs (infinitief): onderuitgaan
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ga onderuit
- jij gaat onderuit
- hij/zij/het gaat onderuit
- wij gaan onderuit
- jullie gaan onderuit
- zij gaan onderuit
Präsens Indikativ
- ich gleite herunter
- du gleitest herunter
- er/sie/es gleitet herunter
- wir gleiten herunter
- ihr gleitet herunter
- sie gleiten herunter
Onvoltooid verleden tijd
- ik ging onderuit
- jij ging onderuit
- hij/zij/het ging onderuit
- wij gingen onderuit
- jullie gingen onderuit
- zij gingen onderuit
Präteritum Indikativ
- ich glitt herunter
- du glitt(e)st herunter
- er/sie/es glitt herunter
- wir glitten herunter
- ihr glittet herunter
- sie glitten herunter
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben onderuitgegaan
- jij bent onderuitgegaan
- hij/zij/het is onderuitgegaan
- wij zijn onderuitgegaan
- jullie zijn onderuitgegaan
- zij zijn onderuitgegaan
Perfekt Indikativ
- ich bin heruntergeglitten
- du bist heruntergeglitten
- er/sie/es ist heruntergeglitten
- wir sind heruntergeglitten
- ihr seid heruntergeglitten
- sie sind heruntergeglitten
Voltooid verleden tijd
- ik was onderuitgegaan
- jij was onderuitgegaan
- hij/zij/het was onderuitgegaan
- wij waren onderuitgegaan
- jullie waren onderuitgegaan
- zij waren onderuitgegaan
Plusquamperfekt Indikativ
- ich war heruntergeglitten
- du warst heruntergeglitten
- er/sie/es war heruntergeglitten
- wir waren heruntergeglitten
- ihr wart heruntergeglitten
- sie waren heruntergeglitten
Toekomende tijd I
- ik zal onderuitgaan
- jij zult onderuitgaan
- hij/zij/het zal onderuitgaan
- wij zullen onderuitgaan
- jullie zullen onderuitgaan
- zij zullen onderuitgaan
Futur I Indikativ
- ich werde heruntergleiten
- du wirst heruntergleiten
- er/sie/es wird heruntergleiten
- wir werden heruntergleiten
- ihr werdet heruntergleiten
- sie werden heruntergleiten
Toekomende tijd II
- ik zal onderuitgegaan zijn
- jij zult onderuitgegaan zijn
- hij/zij/het zal onderuitgegaan zijn
- wij zullen onderuitgegaan zijn
- jullie zullen onderuitgegaan zijn
- zij zullen onderuitgegaan zijn
Futur II Indikativ
- ich werde heruntergeglitten sein
- du wirst heruntergeglitten sein
- er/sie/es wird heruntergeglitten sein
- wir werden heruntergeglitten sein
- ihr werdet heruntergeglitten sein
- sie werden heruntergeglitten sein
Conditionalis I
- ik zou onderuitgaan
- jij zou onderuitgaan
- hij/zij/het zou onderuitgaan
- wij zouden onderuitgaan
- jullie zouden onderuitgaan
- zij zouden onderuitgaan
Futur I Konjunktiv II
- ich würde heruntergleiten
- du würdest heruntergleiten
- er/sie/es würde heruntergleiten
- wir würden heruntergleiten
- ihr würdet heruntergleiten
- sie würden heruntergleiten
Conditionalis II
- ik zou zijn onderuitgegaan
- jij zou zijn onderuitgegaan
- hij/zij/het zou zijn onderuitgegaan
- wij zouden zijn onderuitgegaan
- jullie zouden zijn onderuitgegaan
- zij zouden zijn onderuitgegaan
Futur II Konjunktiv II
- ich würde heruntergeglitten sein
- du würdest heruntergeglitten sein
- er/sie/es würde heruntergeglitten sein
- wir würden heruntergeglitten sein
- ihr würdet heruntergeglitten sein
- sie würden heruntergeglitten sein
Imperatief
- jij ga onderuit
- jullie gaat onderuit
Imperativ
- du gleit(e) herunter
- ihr gleitet herunter