Vervoeging van ontdooien
Onbepaalde wijs (infinitief): ontdooien
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontdooi
- jij ontdooit
- hij/zij/het ontdooit
- wij ontdooien
- jullie ontdooien
- zij ontdooien
Present
- I unwind
- you unwind
- he/she/it unwinds
- we unwind
- you unwind
- they unwind
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontdooide
- jij ontdooide
- hij/zij/het ontdooide
- wij ontdooiden
- jullie ontdooiden
- zij ontdooiden
Simple past
- I unwound
- you unwound
- he/she/it unwound
- we unwound
- you unwound
- they unwound
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontdooid
- jij hebt ontdooid
- hij/zij/het heeft ontdooid
- wij hebben ontdooid
- jullie hebben ontdooid
- zij hebben ontdooid
Present perfect
- I have unwound
- you have unwound
- he/she/it has unwound
- we have unwound
- you have unwound
- they have unwound
Voltooid verleden tijd
- ik had ontdooid
- jij had ontdooid
- hij/zij/het had ontdooid
- wij hadden ontdooid
- jullie hadden ontdooid
- zij hadden ontdooid
Past perfect
- I had unwound
- you had unwound
- he/she/it had unwound
- we had unwound
- you had unwound
- they had unwound
Toekomende tijd I
- ik zal ontdooien
- jij zult ontdooien
- hij/zij/het zal ontdooien
- wij zullen ontdooien
- jullie zullen ontdooien
- zij zullen ontdooien
Future
- I will unwind
- you will unwind
- he/she/it will unwind
- we will unwind
- you will unwind
- they will unwind
Toekomende tijd II
- ik zal ontdooid hebben
- jij zult ontdooid hebben
- hij/zij/het zal ontdooid hebben
- wij zullen ontdooid hebben
- jullie zullen ontdooid hebben
- zij zullen ontdooid hebben
Future perfect
- I will have unwound
- you will have unwound
- he/she/it will have unwound
- we will have unwound
- you will have unwound
- they will have unwound
Conditionalis I
- ik zou ontdooien
- jij zou ontdooien
- hij/zij/het zou ontdooien
- wij zouden ontdooien
- jullie zouden ontdooien
- zij zouden ontdooien
Conditional present
- I would unwind
- you would unwind
- he/she/it would unwind
- we would unwind
- you would unwind
- they would unwind
Conditionalis II
- ik zou hebben ontdooid
- jij zou hebben ontdooid
- hij/zij/het zou hebben ontdooid
- wij zouden hebben ontdooid
- jullie zouden hebben ontdooid
- zij zouden hebben ontdooid
Conditional perfect
- I would have unwound
- you would have unwound
- he/she/it would have unwound
- we would have unwound
- you would have unwound
- they would have unwound
Imperatief
- jij ontdooi
- jullie ontdooit
Imperative
- you unwind
- you unwind