Vervoeging van ontginnen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontginnen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontgin
- jij ontgint
- hij/zij/het ontgint
- wij ontginnen
- jullie ontginnen
- zij ontginnen
Present
- I cultivate
- you cultivate
- he/she/it cultivates
- we cultivate
- you cultivate
- they cultivate
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontgon
- jij ontgon
- hij/zij/het ontgon
- wij ontgonnen
- jullie ontgonnen
- zij ontgonnen
Simple past
- I cultivated
- you cultivated
- he/she/it cultivated
- we cultivated
- you cultivated
- they cultivated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontgonnen
- jij hebt ontgonnen
- hij/zij/het heeft ontgonnen
- wij hebben ontgonnen
- jullie hebben ontgonnen
- zij hebben ontgonnen
Present perfect
- I have cultivated
- you have cultivated
- he/she/it has cultivated
- we have cultivated
- you have cultivated
- they have cultivated
Voltooid verleden tijd
- ik had ontgonnen
- jij had ontgonnen
- hij/zij/het had ontgonnen
- wij hadden ontgonnen
- jullie hadden ontgonnen
- zij hadden ontgonnen
Past perfect
- I had cultivated
- you had cultivated
- he/she/it had cultivated
- we had cultivated
- you had cultivated
- they had cultivated
Toekomende tijd I
- ik zal ontginnen
- jij zult ontginnen
- hij/zij/het zal ontginnen
- wij zullen ontginnen
- jullie zullen ontginnen
- zij zullen ontginnen
Future
- I will cultivate
- you will cultivate
- he/she/it will cultivate
- we will cultivate
- you will cultivate
- they will cultivate
Toekomende tijd II
- ik zal ontgonnen hebben
- jij zult ontgonnen hebben
- hij/zij/het zal ontgonnen hebben
- wij zullen ontgonnen hebben
- jullie zullen ontgonnen hebben
- zij zullen ontgonnen hebben
Future perfect
- I will have cultivated
- you will have cultivated
- he/she/it will have cultivated
- we will have cultivated
- you will have cultivated
- they will have cultivated
Conditionalis I
- ik zou ontginnen
- jij zou ontginnen
- hij/zij/het zou ontginnen
- wij zouden ontginnen
- jullie zouden ontginnen
- zij zouden ontginnen
Conditional present
- I would cultivate
- you would cultivate
- he/she/it would cultivate
- we would cultivate
- you would cultivate
- they would cultivate
Conditionalis II
- ik zou hebben ontgonnen
- jij zou hebben ontgonnen
- hij/zij/het zou hebben ontgonnen
- wij zouden hebben ontgonnen
- jullie zouden hebben ontgonnen
- zij zouden hebben ontgonnen
Conditional perfect
- I would have cultivated
- you would have cultivated
- he/she/it would have cultivated
- we would have cultivated
- you would have cultivated
- they would have cultivated
Imperatief
- jij ontgin
- jullie ontgint
Imperative
- you cultivate
- you cultivate