Vervoeging van ontkennen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontkennen
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontken
- jij ontkent
- hij/zij/het ontkent
- wij ontkennen
- jullie ontkennen
- zij ontkennen
Präsens Indikativ
- ich verleugne
- du verleugnest
- er/sie/es verleugnet
- wir verleugnen
- ihr verleugnet
- sie verleugnen
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontkende
- jij ontkende
- hij/zij/het ontkende
- wij ontkenden
- jullie ontkenden
- zij ontkenden
Präteritum Indikativ
- ich verleugnete
- du verleugnetest
- er/sie/es verleugnete
- wir verleugneten
- ihr verleugnetet
- sie verleugneten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontkend
- jij hebt ontkend
- hij/zij/het heeft ontkend
- wij hebben ontkend
- jullie hebben ontkend
- zij hebben ontkend
Perfekt Indikativ
- ich habe verleugnet
- du hast verleugnet
- er/sie/es hat verleugnet
- wir haben verleugnet
- ihr habt verleugnet
- sie haben verleugnet
Voltooid verleden tijd
- ik had ontkend
- jij had ontkend
- hij/zij/het had ontkend
- wij hadden ontkend
- jullie hadden ontkend
- zij hadden ontkend
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte verleugnet
- du hattest verleugnet
- er/sie/es hatte verleugnet
- wir hatten verleugnet
- ihr hattet verleugnet
- sie hatten verleugnet
Toekomende tijd I
- ik zal ontkennen
- jij zult ontkennen
- hij/zij/het zal ontkennen
- wij zullen ontkennen
- jullie zullen ontkennen
- zij zullen ontkennen
Futur I Indikativ
- ich werde verleugnen
- du wirst verleugnen
- er/sie/es wird verleugnen
- wir werden verleugnen
- ihr werdet verleugnen
- sie werden verleugnen
Toekomende tijd II
- ik zal ontkend hebben
- jij zult ontkend hebben
- hij/zij/het zal ontkend hebben
- wij zullen ontkend hebben
- jullie zullen ontkend hebben
- zij zullen ontkend hebben
Futur II Indikativ
- ich werde verleugnet haben
- du wirst verleugnet haben
- er/sie/es wird verleugnet haben
- wir werden verleugnet haben
- ihr werdet verleugnet haben
- sie werden verleugnet haben
Conditionalis I
- ik zou ontkennen
- jij zou ontkennen
- hij/zij/het zou ontkennen
- wij zouden ontkennen
- jullie zouden ontkennen
- zij zouden ontkennen
Futur I Konjunktiv II
- ich würde verleugnen
- du würdest verleugnen
- er/sie/es würde verleugnen
- wir würden verleugnen
- ihr würdet verleugnen
- sie würden verleugnen
Conditionalis II
- ik zou hebben ontkend
- jij zou hebben ontkend
- hij/zij/het zou hebben ontkend
- wij zouden hebben ontkend
- jullie zouden hebben ontkend
- zij zouden hebben ontkend
Futur II Konjunktiv II
- ich würde verleugnet haben
- du würdest verleugnet haben
- er/sie/es würde verleugnet haben
- wir würden verleugnet haben
- ihr würdet verleugnet haben
- sie würden verleugnet haben
Imperatief
- jij ontken
- jullie ontkent
Imperativ
- du verleugne
- ihr verleugnet