Vervoeging van ontkennen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ontken
  • jij ontkent
  • hij/zij/het ontkent
  • wij ontkennen
  • jullie ontkennen
  • zij ontkennen

Present

  • I recant
  • you recant
  • he/she/it recants
  • we recant
  • you recant
  • they recant

Onvoltooid verleden tijd

  • ik ontkende
  • jij ontkende
  • hij/zij/het ontkende
  • wij ontkenden
  • jullie ontkenden
  • zij ontkenden

Simple past

  • I recanted
  • you recanted
  • he/she/it recanted
  • we recanted
  • you recanted
  • they recanted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ontkend
  • jij hebt ontkend
  • hij/zij/het heeft ontkend
  • wij hebben ontkend
  • jullie hebben ontkend
  • zij hebben ontkend

Present perfect

  • I have recanted
  • you have recanted
  • he/she/it has recanted
  • we have recanted
  • you have recanted
  • they have recanted

Voltooid verleden tijd

  • ik had ontkend
  • jij had ontkend
  • hij/zij/het had ontkend
  • wij hadden ontkend
  • jullie hadden ontkend
  • zij hadden ontkend

Past perfect

  • I had recanted
  • you had recanted
  • he/she/it had recanted
  • we had recanted
  • you had recanted
  • they had recanted

Toekomende tijd I

  • ik zal ontkennen
  • jij zult ontkennen
  • hij/zij/het zal ontkennen
  • wij zullen ontkennen
  • jullie zullen ontkennen
  • zij zullen ontkennen

Future

  • I will recant
  • you will recant
  • he/she/it will recant
  • we will recant
  • you will recant
  • they will recant

Toekomende tijd II

  • ik zal ontkend hebben
  • jij zult ontkend hebben
  • hij/zij/het zal ontkend hebben
  • wij zullen ontkend hebben
  • jullie zullen ontkend hebben
  • zij zullen ontkend hebben

Future perfect

  • I will have recanted
  • you will have recanted
  • he/she/it will have recanted
  • we will have recanted
  • you will have recanted
  • they will have recanted

Conditionalis I

  • ik zou ontkennen
  • jij zou ontkennen
  • hij/zij/het zou ontkennen
  • wij zouden ontkennen
  • jullie zouden ontkennen
  • zij zouden ontkennen

Conditional present

  • I would recant
  • you would recant
  • he/she/it would recant
  • we would recant
  • you would recant
  • they would recant

Conditionalis II

  • ik zou hebben ontkend
  • jij zou hebben ontkend
  • hij/zij/het zou hebben ontkend
  • wij zouden hebben ontkend
  • jullie zouden hebben ontkend
  • zij zouden hebben ontkend

Conditional perfect

  • I would have recanted
  • you would have recanted
  • he/she/it would have recanted
  • we would have recanted
  • you would have recanted
  • they would have recanted

Imperatief

  • jij ontken
  • jullie ontkent

Imperative

  • you recant
  • you recant

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van ontkennen