Vervoeging van ontroven
Onbepaalde wijs (infinitief): ontroven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontroof
- jij ontrooft
- hij/zij/het ontrooft
- wij ontroven
- jullie ontroven
- zij ontroven
Present
- I overcharge
- you overcharge
- he/she/it overcharges
- we overcharge
- you overcharge
- they overcharge
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontroofde
- jij ontroofde
- hij/zij/het ontroofde
- wij ontroofden
- jullie ontroofden
- zij ontroofden
Simple past
- I overcharged
- you overcharged
- he/she/it overcharged
- we overcharged
- you overcharged
- they overcharged
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontroofd
- jij hebt ontroofd
- hij/zij/het heeft ontroofd
- wij hebben ontroofd
- jullie hebben ontroofd
- zij hebben ontroofd
Present perfect
- I have overcharged
- you have overcharged
- he/she/it has overcharged
- we have overcharged
- you have overcharged
- they have overcharged
Voltooid verleden tijd
- ik had ontroofd
- jij had ontroofd
- hij/zij/het had ontroofd
- wij hadden ontroofd
- jullie hadden ontroofd
- zij hadden ontroofd
Past perfect
- I had overcharged
- you had overcharged
- he/she/it had overcharged
- we had overcharged
- you had overcharged
- they had overcharged
Toekomende tijd I
- ik zal ontroven
- jij zult ontroven
- hij/zij/het zal ontroven
- wij zullen ontroven
- jullie zullen ontroven
- zij zullen ontroven
Future
- I will overcharge
- you will overcharge
- he/she/it will overcharge
- we will overcharge
- you will overcharge
- they will overcharge
Toekomende tijd II
- ik zal ontroofd hebben
- jij zult ontroofd hebben
- hij/zij/het zal ontroofd hebben
- wij zullen ontroofd hebben
- jullie zullen ontroofd hebben
- zij zullen ontroofd hebben
Future perfect
- I will have overcharged
- you will have overcharged
- he/she/it will have overcharged
- we will have overcharged
- you will have overcharged
- they will have overcharged
Conditionalis I
- ik zou ontroven
- jij zou ontroven
- hij/zij/het zou ontroven
- wij zouden ontroven
- jullie zouden ontroven
- zij zouden ontroven
Conditional present
- I would overcharge
- you would overcharge
- he/she/it would overcharge
- we would overcharge
- you would overcharge
- they would overcharge
Conditionalis II
- ik zou hebben ontroofd
- jij zou hebben ontroofd
- hij/zij/het zou hebben ontroofd
- wij zouden hebben ontroofd
- jullie zouden hebben ontroofd
- zij zouden hebben ontroofd
Conditional perfect
- I would have overcharged
- you would have overcharged
- he/she/it would have overcharged
- we would have overcharged
- you would have overcharged
- they would have overcharged
Imperatief
- jij ontroof
- jullie ontrooft
Imperative
- you overcharge
- you overcharge