Vervoeging van ontvangen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontvangen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontvang
- jij ontvangt
- hij/zij/het ontvangt
- wij ontvangen
- jullie ontvangen
- zij ontvangen
Indicativo presente
- yo embolso
- tú embolsas
- él/ella embolsa
- nosotros embolsamos
- vosotros embolsáis
- ellos/ellas embolsan
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontving
- jij ontving
- hij/zij/het ontving
- wij ontvingen
- jullie ontvingen
- zij ontvingen
Indefinido
- yo embolsé
- tú embolsaste
- él/ella embolsó
- nosotros embolsamos
- vosotros embolsasteis
- ellos/ellas embolsaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontvangen
- jij hebt ontvangen
- hij/zij/het heeft ontvangen
- wij hebben ontvangen
- jullie hebben ontvangen
- zij hebben ontvangen
Pretérito perfecto compuesto
- yo he embolsado
- tú has embolsado
- él/ella ha embolsado
- nosotros hemos embolsado
- vosotros habéis embolsado
- ellos/ellas han embolsado
Voltooid verleden tijd
- ik had ontvangen
- jij had ontvangen
- hij/zij/het had ontvangen
- wij hadden ontvangen
- jullie hadden ontvangen
- zij hadden ontvangen
Pluscuamperfecto
- yo había embolsado
- tú habías embolsado
- él/ella había embolsado
- nosotros habíamos embolsado
- vosotros habíais embolsado
- ellos/ellas habían embolsado
Toekomende tijd I
- ik zal ontvangen
- jij zult ontvangen
- hij/zij/het zal ontvangen
- wij zullen ontvangen
- jullie zullen ontvangen
- zij zullen ontvangen
Futuro I
- yo embolsaré
- tú embolsarás
- él/ella embolsará
- nosotros embolsaremos
- vosotros embolsaréis
- ellos/ellas embolsarán
Toekomende tijd II
- ik zal ontvangen hebben
- jij zult ontvangen hebben
- hij/zij/het zal ontvangen hebben
- wij zullen ontvangen hebben
- jullie zullen ontvangen hebben
- zij zullen ontvangen hebben
Futuro perfecto
- yo habré embolsado
- tú habrás embolsado
- él/ella habrá embolsado
- nosotros habremos embolsado
- vosotros habréis embolsado
- ellos/ellas habrán embolsado
Conditionalis I
- ik zou ontvangen
- jij zou ontvangen
- hij/zij/het zou ontvangen
- wij zouden ontvangen
- jullie zouden ontvangen
- zij zouden ontvangen
Condicional
- yo embolsaría
- tú embolsarías
- él/ella embolsaría
- nosotros embolsaríamos
- vosotros embolsaríais
- ellos/ellas embolsarían
Conditionalis II
- ik zou hebben ontvangen
- jij zou hebben ontvangen
- hij/zij/het zou hebben ontvangen
- wij zouden hebben ontvangen
- jullie zouden hebben ontvangen
- zij zouden hebben ontvangen
Condicional perfecto
- yo habría embolsado
- tú habrías embolsado
- él/ella habría embolsado
- nosotros habríamos embolsado
- vosotros habríais embolsado
- ellos/ellas habrían embolsado
Imperatief
- jij ontvang
- jullie ontvangt
Imperativo presente
- tú embolsa
- vosotros embolsad