Vervoeging van opkrabbelen
Onbepaalde wijs (infinitief): opkrabbelen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krabbel op
- jij krabbelt op
- hij/zij/het krabbelt op
- wij krabbelen op
- jullie krabbelen op
- zij krabbelen op
Present
- I recover
- you recover
- he/she/it recovers
- we recover
- you recover
- they recover
Onvoltooid verleden tijd
- ik krabbelde op
- jij krabbelde op
- hij/zij/het krabbelde op
- wij krabbelden op
- jullie krabbelden op
- zij krabbelden op
Simple past
- I recovered
- you recovered
- he/she/it recovered
- we recovered
- you recovered
- they recovered
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgekrabbeld
- jij bent opgekrabbeld
- hij/zij/het is opgekrabbeld
- wij zijn opgekrabbeld
- jullie zijn opgekrabbeld
- zij zijn opgekrabbeld
Present perfect
- I have recovered
- you have recovered
- he/she/it has recovered
- we have recovered
- you have recovered
- they have recovered
Voltooid verleden tijd
- ik was opgekrabbeld
- jij was opgekrabbeld
- hij/zij/het was opgekrabbeld
- wij waren opgekrabbeld
- jullie waren opgekrabbeld
- zij waren opgekrabbeld
Past perfect
- I had recovered
- you had recovered
- he/she/it had recovered
- we had recovered
- you had recovered
- they had recovered
Toekomende tijd I
- ik zal opkrabbelen
- jij zult opkrabbelen
- hij/zij/het zal opkrabbelen
- wij zullen opkrabbelen
- jullie zullen opkrabbelen
- zij zullen opkrabbelen
Future
- I will recover
- you will recover
- he/she/it will recover
- we will recover
- you will recover
- they will recover
Toekomende tijd II
- ik zal opgekrabbeld zijn
- jij zult opgekrabbeld zijn
- hij/zij/het zal opgekrabbeld zijn
- wij zullen opgekrabbeld zijn
- jullie zullen opgekrabbeld zijn
- zij zullen opgekrabbeld zijn
Future perfect
- I will have recovered
- you will have recovered
- he/she/it will have recovered
- we will have recovered
- you will have recovered
- they will have recovered
Conditionalis I
- ik zou opkrabbelen
- jij zou opkrabbelen
- hij/zij/het zou opkrabbelen
- wij zouden opkrabbelen
- jullie zouden opkrabbelen
- zij zouden opkrabbelen
Conditional present
- I would recover
- you would recover
- he/she/it would recover
- we would recover
- you would recover
- they would recover
Conditionalis II
- ik zou zijn opgekrabbeld
- jij zou zijn opgekrabbeld
- hij/zij/het zou zijn opgekrabbeld
- wij zouden zijn opgekrabbeld
- jullie zouden zijn opgekrabbeld
- zij zouden zijn opgekrabbeld
Conditional perfect
- I would have recovered
- you would have recovered
- he/she/it would have recovered
- we would have recovered
- you would have recovered
- they would have recovered
Imperatief
- jij krabbel op
- jullie krabbelt op
Imperative
- you recover
- you recover