Vervoeging van overspannen
Onbepaalde wijs (infinitief): overspannen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik overspan
- jij overspant
- hij/zij/het overspant
- wij overspannen
- jullie overspannen
- zij overspannen
Present
- I sweep
- you sweep
- he/she/it sweeps
- we sweep
- you sweep
- they sweep
Onvoltooid verleden tijd
- ik overspande
- jij overspande
- hij/zij/het overspande
- wij overspanden
- jullie overspanden
- zij overspanden
Simple past
- I swept
- you swept
- he/she/it swept
- we swept
- you swept
- they swept
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overspannen
- jij hebt overspannen
- hij/zij/het heeft overspannen
- wij hebben overspannen
- jullie hebben overspannen
- zij hebben overspannen
Present perfect
- I have swept
- you have swept
- he/she/it has swept
- we have swept
- you have swept
- they have swept
Voltooid verleden tijd
- ik had overspannen
- jij had overspannen
- hij/zij/het had overspannen
- wij hadden overspannen
- jullie hadden overspannen
- zij hadden overspannen
Past perfect
- I had swept
- you had swept
- he/she/it had swept
- we had swept
- you had swept
- they had swept
Toekomende tijd I
- ik zal overspannen
- jij zult overspannen
- hij/zij/het zal overspannen
- wij zullen overspannen
- jullie zullen overspannen
- zij zullen overspannen
Future
- I will sweep
- you will sweep
- he/she/it will sweep
- we will sweep
- you will sweep
- they will sweep
Toekomende tijd II
- ik zal overspannen hebben
- jij zult overspannen hebben
- hij/zij/het zal overspannen hebben
- wij zullen overspannen hebben
- jullie zullen overspannen hebben
- zij zullen overspannen hebben
Future perfect
- I will have swept
- you will have swept
- he/she/it will have swept
- we will have swept
- you will have swept
- they will have swept
Conditionalis I
- ik zou overspannen
- jij zou overspannen
- hij/zij/het zou overspannen
- wij zouden overspannen
- jullie zouden overspannen
- zij zouden overspannen
Conditional present
- I would sweep
- you would sweep
- he/she/it would sweep
- we would sweep
- you would sweep
- they would sweep
Conditionalis II
- ik zou hebben overspannen
- jij zou hebben overspannen
- hij/zij/het zou hebben overspannen
- wij zouden hebben overspannen
- jullie zouden hebben overspannen
- zij zouden hebben overspannen
Conditional perfect
- I would have swept
- you would have swept
- he/she/it would have swept
- we would have swept
- you would have swept
- they would have swept
Imperatief
- jij overspan
- jullie overspant
Imperative
- you sweep
- you sweep