Vervoeging van overturn
Onbepaalde wijs (infinitief): to overturn
42 alternatieve vertalingen
- achteruitzetten
- afbestellen
- afgooien
- breken
- delgen
- doorslaan
- herroepen
- kantelen
- kapseizen
- kiepen
- omduwen
- omflikkeren
- omgooien
- omhalen
- omkantelen
- omkegelen
- omkeilen
- omkeren
- omkiepen
- omkieperen
- omlopen
- omrollen
- omsmijten
- omstoten
- omtrekken
- omvallen
- omverduwen
- omverkegelen
- omverlopen
- omverrennen
- omverwerpen
- omwentelen
- omwerpen
- omwippen
- opheffen
- overhooplopen
- revoceren
- tenietdoen
- terugdraaien
- terugschroeven
- terugtrekken
- wentelen
Engels
Nederlands
Present
- I overturn
- you overturn
- he/she/it overturns
- we overturn
- you overturn
- they overturn
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik gooi omver
- jij gooit omver
- hij/zij/het gooit omver
- wij gooien omver
- jullie gooien omver
- zij gooien omver
Simple past
- I overturned
- you overturned
- he/she/it overturned
- we overturned
- you overturned
- they overturned
Onvoltooid verleden tijd
- ik gooide omver
- jij gooide omver
- hij/zij/het gooide omver
- wij gooiden omver
- jullie gooiden omver
- zij gooiden omver
Present perfect
- I have overturned
- you have overturned
- he/she/it has overturned
- we have overturned
- you have overturned
- they have overturned
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omvergegooid
- jij hebt omvergegooid
- hij/zij/het heeft omvergegooid
- wij hebben omvergegooid
- jullie hebben omvergegooid
- zij hebben omvergegooid
Past perfect
- I had overturned
- you had overturned
- he/she/it had overturned
- we had overturned
- you had overturned
- they had overturned
Voltooid verleden tijd
- ik had omvergegooid
- jij had omvergegooid
- hij/zij/het had omvergegooid
- wij hadden omvergegooid
- jullie hadden omvergegooid
- zij hadden omvergegooid
Future
- I will overturn
- you will overturn
- he/she/it will overturn
- we will overturn
- you will overturn
- they will overturn
Toekomende tijd I
- ik zal omvergooien
- jij zult omvergooien
- hij/zij/het zal omvergooien
- wij zullen omvergooien
- jullie zullen omvergooien
- zij zullen omvergooien
Future perfect
- I will have overturned
- you will have overturned
- he/she/it will have overturned
- we will have overturned
- you will have overturned
- they will have overturned
Toekomende tijd II
- ik zal omvergegooid hebben
- jij zult omvergegooid hebben
- hij/zij/het zal omvergegooid hebben
- wij zullen omvergegooid hebben
- jullie zullen omvergegooid hebben
- zij zullen omvergegooid hebben
Conditional present
- I would overturn
- you would overturn
- he/she/it would overturn
- we would overturn
- you would overturn
- they would overturn
Conditionalis I
- ik zou omvergooien
- jij zou omvergooien
- hij/zij/het zou omvergooien
- wij zouden omvergooien
- jullie zouden omvergooien
- zij zouden omvergooien
Conditional perfect
- I would have overturned
- you would have overturned
- he/she/it would have overturned
- we would have overturned
- you would have overturned
- they would have overturned
Conditionalis II
- ik zou hebben omvergegooid
- jij zou hebben omvergegooid
- hij/zij/het zou hebben omvergegooid
- wij zouden hebben omvergegooid
- jullie zouden hebben omvergegooid
- zij zouden hebben omvergegooid
Imperative
- you overturn
- you overturn
Imperatief
- jij gooi omver
- jullie gooit omver