Vervoeging van overwork
Onbepaalde wijs (infinitief): to overwork
Engels
Nederlands
Present
- I overwork
- you overwork
- he/she/it overworks
- we overwork
- you overwork
- they overwork
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik overwerk
- jij overwerkt
- hij/zij/het overwerkt
- wij overwerken
- jullie overwerken
- zij overwerken
Simple past
- I overworked
- you overworked
- he/she/it overworked
- we overworked
- you overworked
- they overworked
Onvoltooid verleden tijd
- ik overwerkte
- jij overwerkte
- hij/zij/het overwerkte
- wij overwerkten
- jullie overwerkten
- zij overwerkten
Present perfect
- I have overworked
- you have overworked
- he/she/it has overworked
- we have overworked
- you have overworked
- they have overworked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overwerkt
- jij hebt overwerkt
- hij/zij/het heeft overwerkt
- wij hebben overwerkt
- jullie hebben overwerkt
- zij hebben overwerkt
Past perfect
- I had overworked
- you had overworked
- he/she/it had overworked
- we had overworked
- you had overworked
- they had overworked
Voltooid verleden tijd
- ik had overwerkt
- jij had overwerkt
- hij/zij/het had overwerkt
- wij hadden overwerkt
- jullie hadden overwerkt
- zij hadden overwerkt
Future
- I will overwork
- you will overwork
- he/she/it will overwork
- we will overwork
- you will overwork
- they will overwork
Toekomende tijd I
- ik zal overwerken
- jij zult overwerken
- hij/zij/het zal overwerken
- wij zullen overwerken
- jullie zullen overwerken
- zij zullen overwerken
Future perfect
- I will have overworked
- you will have overworked
- he/she/it will have overworked
- we will have overworked
- you will have overworked
- they will have overworked
Toekomende tijd II
- ik zal overwerkt hebben
- jij zult overwerkt hebben
- hij/zij/het zal overwerkt hebben
- wij zullen overwerkt hebben
- jullie zullen overwerkt hebben
- zij zullen overwerkt hebben
Conditional present
- I would overwork
- you would overwork
- he/she/it would overwork
- we would overwork
- you would overwork
- they would overwork
Conditionalis I
- ik zou overwerken
- jij zou overwerken
- hij/zij/het zou overwerken
- wij zouden overwerken
- jullie zouden overwerken
- zij zouden overwerken
Conditional perfect
- I would have overworked
- you would have overworked
- he/she/it would have overworked
- we would have overworked
- you would have overworked
- they would have overworked
Conditionalis II
- ik zou hebben overwerkt
- jij zou hebben overwerkt
- hij/zij/het zou hebben overwerkt
- wij zouden hebben overwerkt
- jullie zouden hebben overwerkt
- zij zouden hebben overwerkt
Imperative
- you overwork
- you overwork
Imperatief
- jij overwerk
- jullie overwerkt