Vervoeging van pacifiëren
Onbepaalde wijs (infinitief): pacifiëren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik pacifieer
- jij pacifieert
- hij/zij/het pacifieert
- wij pacifiëren
- jullie pacifiëren
- zij pacifiëren
Present
- I placate
- you placate
- he/she/it placates
- we placate
- you placate
- they placate
Onvoltooid verleden tijd
- ik pacifieerde
- jij pacifieerde
- hij/zij/het pacifieerde
- wij pacifieerden
- jullie pacifieerden
- zij pacifieerden
Simple past
- I placated
- you placated
- he/she/it placated
- we placated
- you placated
- they placated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepacifieerd
- jij hebt gepacifieerd
- hij/zij/het heeft gepacifieerd
- wij hebben gepacifieerd
- jullie hebben gepacifieerd
- zij hebben gepacifieerd
Present perfect
- I have placated
- you have placated
- he/she/it has placated
- we have placated
- you have placated
- they have placated
Voltooid verleden tijd
- ik had gepacifieerd
- jij had gepacifieerd
- hij/zij/het had gepacifieerd
- wij hadden gepacifieerd
- jullie hadden gepacifieerd
- zij hadden gepacifieerd
Past perfect
- I had placated
- you had placated
- he/she/it had placated
- we had placated
- you had placated
- they had placated
Toekomende tijd I
- ik zal pacifiëren
- jij zult pacifiëren
- hij/zij/het zal pacifiëren
- wij zullen pacifiëren
- jullie zullen pacifiëren
- zij zullen pacifiëren
Future
- I will placate
- you will placate
- he/she/it will placate
- we will placate
- you will placate
- they will placate
Toekomende tijd II
- ik zal gepacifieerd hebben
- jij zult gepacifieerd hebben
- hij/zij/het zal gepacifieerd hebben
- wij zullen gepacifieerd hebben
- jullie zullen gepacifieerd hebben
- zij zullen gepacifieerd hebben
Future perfect
- I will have placated
- you will have placated
- he/she/it will have placated
- we will have placated
- you will have placated
- they will have placated
Conditionalis I
- ik zou pacifiëren
- jij zou pacifiëren
- hij/zij/het zou pacifiëren
- wij zouden pacifiëren
- jullie zouden pacifiëren
- zij zouden pacifiëren
Conditional present
- I would placate
- you would placate
- he/she/it would placate
- we would placate
- you would placate
- they would placate
Conditionalis II
- ik zou hebben gepacifieerd
- jij zou hebben gepacifieerd
- hij/zij/het zou hebben gepacifieerd
- wij zouden hebben gepacifieerd
- jullie zouden hebben gepacifieerd
- zij zouden hebben gepacifieerd
Conditional perfect
- I would have placated
- you would have placated
- he/she/it would have placated
- we would have placated
- you would have placated
- they would have placated
Imperatief
- jij pacifieer
- jullie pacifieert
Imperative
- you placate
- you placate