Vervoeging van patronize
Onbepaalde wijs (infinitief): to patronize
Engels
Nederlands
Present
- I patronize
- you patronize
- he/she/it patronizes
- we patronize
- you patronize
- they patronize
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bedil
- jij bedilt
- hij/zij/het bedilt
- wij bedillen
- jullie bedillen
- zij bedillen
Simple past
- I patronized
- you patronized
- he/she/it patronized
- we patronized
- you patronized
- they patronized
Onvoltooid verleden tijd
- ik bedilde
- jij bedilde
- hij/zij/het bedilde
- wij bedilden
- jullie bedilden
- zij bedilden
Present perfect
- I have patronized
- you have patronized
- he/she/it has patronized
- we have patronized
- you have patronized
- they have patronized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bedild
- jij hebt bedild
- hij/zij/het heeft bedild
- wij hebben bedild
- jullie hebben bedild
- zij hebben bedild
Past perfect
- I had patronized
- you had patronized
- he/she/it had patronized
- we had patronized
- you had patronized
- they had patronized
Voltooid verleden tijd
- ik had bedild
- jij had bedild
- hij/zij/het had bedild
- wij hadden bedild
- jullie hadden bedild
- zij hadden bedild
Future
- I will patronize
- you will patronize
- he/she/it will patronize
- we will patronize
- you will patronize
- they will patronize
Toekomende tijd I
- ik zal bedillen
- jij zult bedillen
- hij/zij/het zal bedillen
- wij zullen bedillen
- jullie zullen bedillen
- zij zullen bedillen
Future perfect
- I will have patronized
- you will have patronized
- he/she/it will have patronized
- we will have patronized
- you will have patronized
- they will have patronized
Toekomende tijd II
- ik zal bedild hebben
- jij zult bedild hebben
- hij/zij/het zal bedild hebben
- wij zullen bedild hebben
- jullie zullen bedild hebben
- zij zullen bedild hebben
Conditional present
- I would patronize
- you would patronize
- he/she/it would patronize
- we would patronize
- you would patronize
- they would patronize
Conditionalis I
- ik zou bedillen
- jij zou bedillen
- hij/zij/het zou bedillen
- wij zouden bedillen
- jullie zouden bedillen
- zij zouden bedillen
Conditional perfect
- I would have patronized
- you would have patronized
- he/she/it would have patronized
- we would have patronized
- you would have patronized
- they would have patronized
Conditionalis II
- ik zou hebben bedild
- jij zou hebben bedild
- hij/zij/het zou hebben bedild
- wij zouden hebben bedild
- jullie zouden hebben bedild
- zij zouden hebben bedild
Imperative
- you patronize
- you patronize
Imperatief
- jij bedil
- jullie bedilt