Vervoeging van pelt

Engels

Nederlands

Present

  • I pelt
  • you pelt
  • he/she/it pelts
  • we pelt
  • you pelt
  • they pelt

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bekogel
  • jij bekogelt
  • hij/zij/het bekogelt
  • wij bekogelen
  • jullie bekogelen
  • zij bekogelen

Simple past

  • I pelted
  • you pelted
  • he/she/it pelted
  • we pelted
  • you pelted
  • they pelted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bekogelde
  • jij bekogelde
  • hij/zij/het bekogelde
  • wij bekogelden
  • jullie bekogelden
  • zij bekogelden

Present perfect

  • I have pelted
  • you have pelted
  • he/she/it has pelted
  • we have pelted
  • you have pelted
  • they have pelted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bekogeld
  • jij hebt bekogeld
  • hij/zij/het heeft bekogeld
  • wij hebben bekogeld
  • jullie hebben bekogeld
  • zij hebben bekogeld

Past perfect

  • I had pelted
  • you had pelted
  • he/she/it had pelted
  • we had pelted
  • you had pelted
  • they had pelted

Voltooid verleden tijd

  • ik had bekogeld
  • jij had bekogeld
  • hij/zij/het had bekogeld
  • wij hadden bekogeld
  • jullie hadden bekogeld
  • zij hadden bekogeld

Future

  • I will pelt
  • you will pelt
  • he/she/it will pelt
  • we will pelt
  • you will pelt
  • they will pelt

Toekomende tijd I

  • ik zal bekogelen
  • jij zult bekogelen
  • hij/zij/het zal bekogelen
  • wij zullen bekogelen
  • jullie zullen bekogelen
  • zij zullen bekogelen

Future perfect

  • I will have pelted
  • you will have pelted
  • he/she/it will have pelted
  • we will have pelted
  • you will have pelted
  • they will have pelted

Toekomende tijd II

  • ik zal bekogeld hebben
  • jij zult bekogeld hebben
  • hij/zij/het zal bekogeld hebben
  • wij zullen bekogeld hebben
  • jullie zullen bekogeld hebben
  • zij zullen bekogeld hebben

Conditional present

  • I would pelt
  • you would pelt
  • he/she/it would pelt
  • we would pelt
  • you would pelt
  • they would pelt

Conditionalis I

  • ik zou bekogelen
  • jij zou bekogelen
  • hij/zij/het zou bekogelen
  • wij zouden bekogelen
  • jullie zouden bekogelen
  • zij zouden bekogelen

Conditional perfect

  • I would have pelted
  • you would have pelted
  • he/she/it would have pelted
  • we would have pelted
  • you would have pelted
  • they would have pelted

Conditionalis II

  • ik zou hebben bekogeld
  • jij zou hebben bekogeld
  • hij/zij/het zou hebben bekogeld
  • wij zouden hebben bekogeld
  • jullie zouden hebben bekogeld
  • zij zouden hebben bekogeld

Imperative

  • you pelt
  • you pelt

Imperatief

  • jij bekogel
  • jullie bekogelt

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van pelt