Vervoeging van plagiëren
Onbepaalde wijs (infinitief): plagiëren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik plagieer
- jij plagieert
- hij/zij/het plagieert
- wij plagiëren
- jullie plagiëren
- zij plagiëren
Present
- I plagiarize
- you plagiarize
- he/she/it plagiarizes
- we plagiarize
- you plagiarize
- they plagiarize
Onvoltooid verleden tijd
- ik plagieerde
- jij plagieerde
- hij/zij/het plagieerde
- wij plagieerden
- jullie plagieerden
- zij plagieerden
Simple past
- I plagiarized
- you plagiarized
- he/she/it plagiarized
- we plagiarized
- you plagiarized
- they plagiarized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geplagieerd
- jij hebt geplagieerd
- hij/zij/het heeft geplagieerd
- wij hebben geplagieerd
- jullie hebben geplagieerd
- zij hebben geplagieerd
Present perfect
- I have plagiarized
- you have plagiarized
- he/she/it has plagiarized
- we have plagiarized
- you have plagiarized
- they have plagiarized
Voltooid verleden tijd
- ik had geplagieerd
- jij had geplagieerd
- hij/zij/het had geplagieerd
- wij hadden geplagieerd
- jullie hadden geplagieerd
- zij hadden geplagieerd
Past perfect
- I had plagiarized
- you had plagiarized
- he/she/it had plagiarized
- we had plagiarized
- you had plagiarized
- they had plagiarized
Toekomende tijd I
- ik zal plagiëren
- jij zult plagiëren
- hij/zij/het zal plagiëren
- wij zullen plagiëren
- jullie zullen plagiëren
- zij zullen plagiëren
Future
- I will plagiarize
- you will plagiarize
- he/she/it will plagiarize
- we will plagiarize
- you will plagiarize
- they will plagiarize
Toekomende tijd II
- ik zal geplagieerd hebben
- jij zult geplagieerd hebben
- hij/zij/het zal geplagieerd hebben
- wij zullen geplagieerd hebben
- jullie zullen geplagieerd hebben
- zij zullen geplagieerd hebben
Future perfect
- I will have plagiarized
- you will have plagiarized
- he/she/it will have plagiarized
- we will have plagiarized
- you will have plagiarized
- they will have plagiarized
Conditionalis I
- ik zou plagiëren
- jij zou plagiëren
- hij/zij/het zou plagiëren
- wij zouden plagiëren
- jullie zouden plagiëren
- zij zouden plagiëren
Conditional present
- I would plagiarize
- you would plagiarize
- he/she/it would plagiarize
- we would plagiarize
- you would plagiarize
- they would plagiarize
Conditionalis II
- ik zou hebben geplagieerd
- jij zou hebben geplagieerd
- hij/zij/het zou hebben geplagieerd
- wij zouden hebben geplagieerd
- jullie zouden hebben geplagieerd
- zij zouden hebben geplagieerd
Conditional perfect
- I would have plagiarized
- you would have plagiarized
- he/she/it would have plagiarized
- we would have plagiarized
- you would have plagiarized
- they would have plagiarized
Imperatief
- jij plagieer
- jullie plagieert
Imperative
- you plagiarize
- you plagiarize