Vervoeging van powder
Onbepaalde wijs (infinitief): to powder
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it powders
- they powder
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het pulvert
- zij pulveren
Simple past
- he/she/it powdered
- they powdered
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het pulverde
- zij pulverden
Present perfect
- he/she/it has powdered
- they have powdered
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is gepulverd
- zij zijn gepulverd
Past perfect
- he/she/it had powdered
- they had powdered
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was gepulverd
- zij waren gepulverd
Future
- he/she/it will powder
- they will powder
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal pulveren
- zij zult pulveren
Future perfect
- he/she/it will have powdered
- they will have powdered
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gepulverd zijn
- zij zult gepulverd zijn
Conditional present
- he/she/it would powder
- they would powder
Conditionalis I
- hij/zij/het zal pulveren
- zij zullen pulveren
Conditional perfect
- he/she/it would have powdered
- they would have powdered
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn gepulverd
- zij zullen zijn gepulverd