Vervoeging van renege
Onbepaalde wijs (infinitief): to renege
Engels
Nederlands
Present
- I renege
- you renege
- he/she/it reneges
- we renege
- you renege
- they renege
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik neem terug
- jij neemt terug
- hij/zij/het neemt terug
- wij nemen terug
- jullie nemen terug
- zij nemen terug
Simple past
- I reneged
- you reneged
- he/she/it reneged
- we reneged
- you reneged
- they reneged
Onvoltooid verleden tijd
- ik nam terug
- jij nam terug
- hij/zij/het nam terug
- wij namen terug
- jullie namen terug
- zij namen terug
Present perfect
- I have reneged
- you have reneged
- he/she/it has reneged
- we have reneged
- you have reneged
- they have reneged
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb teruggenomen
- jij hebt teruggenomen
- hij/zij/het heeft teruggenomen
- wij hebben teruggenomen
- jullie hebben teruggenomen
- zij hebben teruggenomen
Past perfect
- I had reneged
- you had reneged
- he/she/it had reneged
- we had reneged
- you had reneged
- they had reneged
Voltooid verleden tijd
- ik had teruggenomen
- jij had teruggenomen
- hij/zij/het had teruggenomen
- wij hadden teruggenomen
- jullie hadden teruggenomen
- zij hadden teruggenomen
Future
- I will renege
- you will renege
- he/she/it will renege
- we will renege
- you will renege
- they will renege
Toekomende tijd I
- ik zal terugnemen
- jij zult terugnemen
- hij/zij/het zal terugnemen
- wij zullen terugnemen
- jullie zullen terugnemen
- zij zullen terugnemen
Future perfect
- I will have reneged
- you will have reneged
- he/she/it will have reneged
- we will have reneged
- you will have reneged
- they will have reneged
Toekomende tijd II
- ik zal teruggenomen hebben
- jij zult teruggenomen hebben
- hij/zij/het zal teruggenomen hebben
- wij zullen teruggenomen hebben
- jullie zullen teruggenomen hebben
- zij zullen teruggenomen hebben
Conditional present
- I would renege
- you would renege
- he/she/it would renege
- we would renege
- you would renege
- they would renege
Conditionalis I
- ik zou terugnemen
- jij zou terugnemen
- hij/zij/het zou terugnemen
- wij zouden terugnemen
- jullie zouden terugnemen
- zij zouden terugnemen
Conditional perfect
- I would have reneged
- you would have reneged
- he/she/it would have reneged
- we would have reneged
- you would have reneged
- they would have reneged
Conditionalis II
- ik zou hebben teruggenomen
- jij zou hebben teruggenomen
- hij/zij/het zou hebben teruggenomen
- wij zouden hebben teruggenomen
- jullie zouden hebben teruggenomen
- zij zouden hebben teruggenomen
Imperative
- you renege
- you renege
Imperatief
- jij neem terug
- jullie neemt terug