Vervoeging van revivify
Onbepaalde wijs (infinitief): to revivify
Engels
Nederlands
Present
- I revivify
- you revivify
- he/she/it revivifies
- we revivify
- you revivify
- they revivify
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik herleef
- jij herleeft
- hij/zij/het herleeft
- wij herleven
- jullie herleven
- zij herleven
Simple past
- I revivified
- you revivified
- he/she/it revivified
- we revivified
- you revivified
- they revivified
Onvoltooid verleden tijd
- ik herleefde
- jij herleefde
- hij/zij/het herleefde
- wij herleefden
- jullie herleefden
- zij herleefden
Present perfect
- I have revivified
- you have revivified
- he/she/it has revivified
- we have revivified
- you have revivified
- they have revivified
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben herleefd
- jij bent herleefd
- hij/zij/het is herleefd
- wij zijn herleefd
- jullie zijn herleefd
- zij zijn herleefd
Past perfect
- I had revivified
- you had revivified
- he/she/it had revivified
- we had revivified
- you had revivified
- they had revivified
Voltooid verleden tijd
- ik was herleefd
- jij was herleefd
- hij/zij/het was herleefd
- wij waren herleefd
- jullie waren herleefd
- zij waren herleefd
Future
- I will revivify
- you will revivify
- he/she/it will revivify
- we will revivify
- you will revivify
- they will revivify
Toekomende tijd I
- ik zal herleven
- jij zult herleven
- hij/zij/het zal herleven
- wij zullen herleven
- jullie zullen herleven
- zij zullen herleven
Future perfect
- I will have revivified
- you will have revivified
- he/she/it will have revivified
- we will have revivified
- you will have revivified
- they will have revivified
Toekomende tijd II
- ik zal herleefd zijn
- jij zult herleefd zijn
- hij/zij/het zal herleefd zijn
- wij zullen herleefd zijn
- jullie zullen herleefd zijn
- zij zullen herleefd zijn
Conditional present
- I would revivify
- you would revivify
- he/she/it would revivify
- we would revivify
- you would revivify
- they would revivify
Conditionalis I
- ik zou herleven
- jij zou herleven
- hij/zij/het zou herleven
- wij zouden herleven
- jullie zouden herleven
- zij zouden herleven
Conditional perfect
- I would have revivified
- you would have revivified
- he/she/it would have revivified
- we would have revivified
- you would have revivified
- they would have revivified
Conditionalis II
- ik zou zijn herleefd
- jij zou zijn herleefd
- hij/zij/het zou zijn herleefd
- wij zouden zijn herleefd
- jullie zouden zijn herleefd
- zij zouden zijn herleefd
Imperative
- you revivify
- you revivify
Imperatief
- jij herleef
- jullie herleeft