Vervoeging van ronddragen
Onbepaalde wijs (infinitief): ronddragen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik draag rond
- jij draagt rond
- hij/zij/het draagt rond
- wij dragen rond
- jullie dragen rond
- zij dragen rond
Present
- I heal
- you heal
- he/she/it heals
- we heal
- you heal
- they heal
Onvoltooid verleden tijd
- ik droeg rond
- jij droeg rond
- hij/zij/het droeg rond
- wij droegen rond
- jullie droegen rond
- zij droegen rond
Simple past
- I healed
- you healed
- he/she/it healed
- we healed
- you healed
- they healed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb rondgedragen
- jij hebt rondgedragen
- hij/zij/het heeft rondgedragen
- wij hebben rondgedragen
- jullie hebben rondgedragen
- zij hebben rondgedragen
Present perfect
- I have healed
- you have healed
- he/she/it has healed
- we have healed
- you have healed
- they have healed
Voltooid verleden tijd
- ik had rondgedragen
- jij had rondgedragen
- hij/zij/het had rondgedragen
- wij hadden rondgedragen
- jullie hadden rondgedragen
- zij hadden rondgedragen
Past perfect
- I had healed
- you had healed
- he/she/it had healed
- we had healed
- you had healed
- they had healed
Toekomende tijd I
- ik zal ronddragen
- jij zult ronddragen
- hij/zij/het zal ronddragen
- wij zullen ronddragen
- jullie zullen ronddragen
- zij zullen ronddragen
Future
- I will heal
- you will heal
- he/she/it will heal
- we will heal
- you will heal
- they will heal
Toekomende tijd II
- ik zal rondgedragen hebben
- jij zult rondgedragen hebben
- hij/zij/het zal rondgedragen hebben
- wij zullen rondgedragen hebben
- jullie zullen rondgedragen hebben
- zij zullen rondgedragen hebben
Future perfect
- I will have healed
- you will have healed
- he/she/it will have healed
- we will have healed
- you will have healed
- they will have healed
Conditionalis I
- ik zou ronddragen
- jij zou ronddragen
- hij/zij/het zou ronddragen
- wij zouden ronddragen
- jullie zouden ronddragen
- zij zouden ronddragen
Conditional present
- I would heal
- you would heal
- he/she/it would heal
- we would heal
- you would heal
- they would heal
Conditionalis II
- ik zou hebben rondgedragen
- jij zou hebben rondgedragen
- hij/zij/het zou hebben rondgedragen
- wij zouden hebben rondgedragen
- jullie zouden hebben rondgedragen
- zij zouden hebben rondgedragen
Conditional perfect
- I would have healed
- you would have healed
- he/she/it would have healed
- we would have healed
- you would have healed
- they would have healed
Imperatief
- jij draag rond
- jullie draagt rond
Imperative
- you heal
- you heal