Vervoeging van saboteren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik saboteer
  • jij saboteert
  • hij/zij/het saboteert
  • wij saboteren
  • jullie saboteren
  • zij saboteren

Present

  • I countermine
  • you countermine
  • he/she/it countermines
  • we countermine
  • you countermine
  • they countermine

Onvoltooid verleden tijd

  • ik saboteerde
  • jij saboteerde
  • hij/zij/het saboteerde
  • wij saboteerden
  • jullie saboteerden
  • zij saboteerden

Simple past

  • I countermined
  • you countermined
  • he/she/it countermined
  • we countermined
  • you countermined
  • they countermined

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gesaboteerd
  • jij hebt gesaboteerd
  • hij/zij/het heeft gesaboteerd
  • wij hebben gesaboteerd
  • jullie hebben gesaboteerd
  • zij hebben gesaboteerd

Present perfect

  • I have countermined
  • you have countermined
  • he/she/it has countermined
  • we have countermined
  • you have countermined
  • they have countermined

Voltooid verleden tijd

  • ik had gesaboteerd
  • jij had gesaboteerd
  • hij/zij/het had gesaboteerd
  • wij hadden gesaboteerd
  • jullie hadden gesaboteerd
  • zij hadden gesaboteerd

Past perfect

  • I had countermined
  • you had countermined
  • he/she/it had countermined
  • we had countermined
  • you had countermined
  • they had countermined

Toekomende tijd I

  • ik zal saboteren
  • jij zult saboteren
  • hij/zij/het zal saboteren
  • wij zullen saboteren
  • jullie zullen saboteren
  • zij zullen saboteren

Future

  • I will countermine
  • you will countermine
  • he/she/it will countermine
  • we will countermine
  • you will countermine
  • they will countermine

Toekomende tijd II

  • ik zal gesaboteerd hebben
  • jij zult gesaboteerd hebben
  • hij/zij/het zal gesaboteerd hebben
  • wij zullen gesaboteerd hebben
  • jullie zullen gesaboteerd hebben
  • zij zullen gesaboteerd hebben

Future perfect

  • I will have countermined
  • you will have countermined
  • he/she/it will have countermined
  • we will have countermined
  • you will have countermined
  • they will have countermined

Conditionalis I

  • ik zou saboteren
  • jij zou saboteren
  • hij/zij/het zou saboteren
  • wij zouden saboteren
  • jullie zouden saboteren
  • zij zouden saboteren

Conditional present

  • I would countermine
  • you would countermine
  • he/she/it would countermine
  • we would countermine
  • you would countermine
  • they would countermine

Conditionalis II

  • ik zou hebben gesaboteerd
  • jij zou hebben gesaboteerd
  • hij/zij/het zou hebben gesaboteerd
  • wij zouden hebben gesaboteerd
  • jullie zouden hebben gesaboteerd
  • zij zouden hebben gesaboteerd

Conditional perfect

  • I would have countermined
  • you would have countermined
  • he/she/it would have countermined
  • we would have countermined
  • you would have countermined
  • they would have countermined

Imperatief

  • jij saboteer
  • jullie saboteert

Imperative

  • you countermine
  • you countermine

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van saboteren