Vervoeging van seem
Onbepaalde wijs (infinitief): to seem
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it seems
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het schijnt toe
Simple past
- he/she/it seemed
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het scheen toe
Present perfect
- he/she/it has seemed
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft toegeschenen
Past perfect
- he/she/it had seemed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had toegeschenen
Future
- he/she/it will seem
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal toeschijnen
Future perfect
- he/she/it will have seemed
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal toegeschenen hebben
Conditional present
- he/she/it would seem
Conditionalis I
- hij/zij/het zult toeschijnen
Conditional perfect
- he/she/it would have seemed
Conditionalis II
- hij/zij/het zult hebben toegeschenen