Vervoeging van sodemieteren
Onbepaalde wijs (infinitief): sodemieteren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sodemieter
- jij sodemietert
- hij/zij/het sodemietert
- wij sodemieteren
- jullie sodemieteren
- zij sodemieteren
Present
- I rile
- you rile
- he/she/it riles
- we rile
- you rile
- they rile
Onvoltooid verleden tijd
- ik sodemieterde
- jij sodemieterde
- hij/zij/het sodemieterde
- wij sodemieterden
- jullie sodemieterden
- zij sodemieterden
Simple past
- I riled
- you riled
- he/she/it riled
- we riled
- you riled
- they riled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesodemieterd
- jij hebt gesodemieterd
- hij/zij/het heeft gesodemieterd
- wij hebben gesodemieterd
- jullie hebben gesodemieterd
- zij hebben gesodemieterd
Present perfect
- I have riled
- you have riled
- he/she/it has riled
- we have riled
- you have riled
- they have riled
Voltooid verleden tijd
- ik had gesodemieterd
- jij had gesodemieterd
- hij/zij/het had gesodemieterd
- wij hadden gesodemieterd
- jullie hadden gesodemieterd
- zij hadden gesodemieterd
Past perfect
- I had riled
- you had riled
- he/she/it had riled
- we had riled
- you had riled
- they had riled
Toekomende tijd I
- ik zal sodemieteren
- jij zult sodemieteren
- hij/zij/het zal sodemieteren
- wij zullen sodemieteren
- jullie zullen sodemieteren
- zij zullen sodemieteren
Future
- I will rile
- you will rile
- he/she/it will rile
- we will rile
- you will rile
- they will rile
Toekomende tijd II
- ik zal gesodemieterd hebben
- jij zult gesodemieterd hebben
- hij/zij/het zal gesodemieterd hebben
- wij zullen gesodemieterd hebben
- jullie zullen gesodemieterd hebben
- zij zullen gesodemieterd hebben
Future perfect
- I will have riled
- you will have riled
- he/she/it will have riled
- we will have riled
- you will have riled
- they will have riled
Conditionalis I
- ik zou sodemieteren
- jij zou sodemieteren
- hij/zij/het zou sodemieteren
- wij zouden sodemieteren
- jullie zouden sodemieteren
- zij zouden sodemieteren
Conditional present
- I would rile
- you would rile
- he/she/it would rile
- we would rile
- you would rile
- they would rile
Conditionalis II
- ik zou hebben gesodemieterd
- jij zou hebben gesodemieterd
- hij/zij/het zou hebben gesodemieterd
- wij zouden hebben gesodemieterd
- jullie zouden hebben gesodemieterd
- zij zouden hebben gesodemieterd
Conditional perfect
- I would have riled
- you would have riled
- he/she/it would have riled
- we would have riled
- you would have riled
- they would have riled
Imperatief
- jij sodemieter
- jullie sodemietert
Imperative
- you rile
- you rile