Vervoeging van spread
Onbepaalde wijs (infinitief): to spread
41 alternatieve vertalingen
- afgeven
- besmeren
- circuleren
- doorsmeren
- lanceren
- lopen
- ontvouwen
- openvouwen
- ophouden
- pousseren
- propageren
- reiken
- rekken
- rondbazuinen
- rondbrieven
- rondgaan
- rondstrooien
- rondsturen
- rondzenden
- scheiden
- scheren
- smeren
- splitsen
- spreiden
- strekken
- uitbreiden
- uitdragen
- uiteengaan
- uitleggen
- uitslaan
- uitspreiden
- uitsteken
- uitstrekken
- uitstrooien
- uitvouwen
- uitwaaieren
- uitzaaien
- uitzwermen
- verdelen
- verspreiden
- verstrooien
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it spreads
- they spread
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het woekert voort
- zij woekeren voort
Simple past
- he/she/it spread
- they spread
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het woekerde voort
- zij woekerden voort
Present perfect
- he/she/it has spread
- they have spread
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft voortgewoekerd
- zij hebben voortgewoekerd
Past perfect
- he/she/it had spread
- they had spread
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had voortgewoekerd
- zij hadden voortgewoekerd
Future
- he/she/it will spread
- they will spread
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal voortwoekeren
- zij zult voortwoekeren
Future perfect
- he/she/it will have spread
- they will have spread
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal voortgewoekerd hebben
- zij zult voortgewoekerd hebben
Conditional present
- he/she/it would spread
- they would spread
Conditionalis I
- hij/zij/het zal voortwoekeren
- zij zullen voortwoekeren
Conditional perfect
- he/she/it would have spread
- they would have spread
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben voortgewoekerd
- zij zullen hebben voortgewoekerd