Vervoeging van steriliseren
Onbepaalde wijs (infinitief): steriliseren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik steriliseer
- jij steriliseert
- hij/zij/het steriliseert
- wij steriliseren
- jullie steriliseren
- zij steriliseren
Present
- I can
- you can
- he/she/it can
- we can
- you can
- they can
Onvoltooid verleden tijd
- ik steriliseerde
- jij steriliseerde
- hij/zij/het steriliseerde
- wij steriliseerden
- jullie steriliseerden
- zij steriliseerden
Simple past
- I could
- you could
- he/she/it could
- we could
- you could
- they could