Vervoeging van steunen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik steun
- jij steunt
- hij/zij/het steunt
- wij steunen
- jullie steunen
- zij steunen
Present
- I underpin
- you underpin
- he/she/it underpins
- we underpin
- you underpin
- they underpin
Onvoltooid verleden tijd
- ik steunde
- jij steunde
- hij/zij/het steunde
- wij steunden
- jullie steunden
- zij steunden
Simple past
- I underpinned
- you underpinned
- he/she/it underpinned
- we underpinned
- you underpinned
- they underpinned
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesteund
- jij hebt gesteund
- hij/zij/het heeft gesteund
- wij hebben gesteund
- jullie hebben gesteund
- zij hebben gesteund
Present perfect
- I have underpinned
- you have underpinned
- he/she/it has underpinned
- we have underpinned
- you have underpinned
- they have underpinned
Voltooid verleden tijd
- ik had gesteund
- jij had gesteund
- hij/zij/het had gesteund
- wij hadden gesteund
- jullie hadden gesteund
- zij hadden gesteund
Past perfect
- I had underpinned
- you had underpinned
- he/she/it had underpinned
- we had underpinned
- you had underpinned
- they had underpinned
Toekomende tijd I
- ik zal steunen
- jij zult steunen
- hij/zij/het zal steunen
- wij zullen steunen
- jullie zullen steunen
- zij zullen steunen
Future
- I will underpin
- you will underpin
- he/she/it will underpin
- we will underpin
- you will underpin
- they will underpin
Toekomende tijd II
- ik zal gesteund hebben
- jij zult gesteund hebben
- hij/zij/het zal gesteund hebben
- wij zullen gesteund hebben
- jullie zullen gesteund hebben
- zij zullen gesteund hebben
Future perfect
- I will have underpinned
- you will have underpinned
- he/she/it will have underpinned
- we will have underpinned
- you will have underpinned
- they will have underpinned
Conditionalis I
- ik zou steunen
- jij zou steunen
- hij/zij/het zou steunen
- wij zouden steunen
- jullie zouden steunen
- zij zouden steunen
Conditional present
- I would underpin
- you would underpin
- he/she/it would underpin
- we would underpin
- you would underpin
- they would underpin
Conditionalis II
- ik zou hebben gesteund
- jij zou hebben gesteund
- hij/zij/het zou hebben gesteund
- wij zouden hebben gesteund
- jullie zouden hebben gesteund
- zij zouden hebben gesteund
Conditional perfect
- I would have underpinned
- you would have underpinned
- he/she/it would have underpinned
- we would have underpinned
- you would have underpinned
- they would have underpinned
Imperatief
- jij steun
- jullie steunt
Imperative
- you underpin
- you underpin