Vervoeging van stuwen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik stuw
  • jij stuwt
  • hij/zij/het stuwt
  • wij stuwen
  • jullie stuwen
  • zij stuwen

Indicativo presente

  • yo intercepto
  • interceptas
  • él/ella intercepta
  • nosotros interceptamos
  • vosotros interceptáis
  • ellos/ellas interceptan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stuwde
  • jij stuwde
  • hij/zij/het stuwde
  • wij stuwden
  • jullie stuwden
  • zij stuwden

Indefinido

  • yo intercepté
  • interceptaste
  • él/ella interceptó
  • nosotros interceptamos
  • vosotros interceptasteis
  • ellos/ellas interceptaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gestuwd
  • jij hebt gestuwd
  • hij/zij/het heeft gestuwd
  • wij hebben gestuwd
  • jullie hebben gestuwd
  • zij hebben gestuwd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he interceptado
  • has interceptado
  • él/ella ha interceptado
  • nosotros hemos interceptado
  • vosotros habéis interceptado
  • ellos/ellas han interceptado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gestuwd
  • jij had gestuwd
  • hij/zij/het had gestuwd
  • wij hadden gestuwd
  • jullie hadden gestuwd
  • zij hadden gestuwd

Pluscuamperfecto

  • yo había interceptado
  • habías interceptado
  • él/ella había interceptado
  • nosotros habíamos interceptado
  • vosotros habíais interceptado
  • ellos/ellas habían interceptado

Toekomende tijd I

  • ik zal stuwen
  • jij zult stuwen
  • hij/zij/het zal stuwen
  • wij zullen stuwen
  • jullie zullen stuwen
  • zij zullen stuwen

Futuro I

  • yo interceptaré
  • interceptarás
  • él/ella interceptará
  • nosotros interceptaremos
  • vosotros interceptaréis
  • ellos/ellas interceptarán

Toekomende tijd II

  • ik zal gestuwd hebben
  • jij zult gestuwd hebben
  • hij/zij/het zal gestuwd hebben
  • wij zullen gestuwd hebben
  • jullie zullen gestuwd hebben
  • zij zullen gestuwd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré interceptado
  • habrás interceptado
  • él/ella habrá interceptado
  • nosotros habremos interceptado
  • vosotros habréis interceptado
  • ellos/ellas habrán interceptado

Conditionalis I

  • ik zou stuwen
  • jij zou stuwen
  • hij/zij/het zou stuwen
  • wij zouden stuwen
  • jullie zouden stuwen
  • zij zouden stuwen

Condicional

  • yo interceptaría
  • interceptarías
  • él/ella interceptaría
  • nosotros interceptaríamos
  • vosotros interceptaríais
  • ellos/ellas interceptarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gestuwd
  • jij zou hebben gestuwd
  • hij/zij/het zou hebben gestuwd
  • wij zouden hebben gestuwd
  • jullie zouden hebben gestuwd
  • zij zouden hebben gestuwd

Condicional perfecto

  • yo habría interceptado
  • habrías interceptado
  • él/ella habría interceptado
  • nosotros habríamos interceptado
  • vosotros habríais interceptado
  • ellos/ellas habrían interceptado

Imperatief

  • jij stuw
  • jullie stuwt

Imperativo presente

  • intercepta
  • vosotros interceptad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van stuwen