Vervoeging van tekenen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik teken
  • jij tekent
  • hij/zij/het tekent
  • wij tekenen
  • jullie tekenen
  • zij tekenen

Indicativo presente

  • yo firmo
  • firmas
  • él/ella firma
  • nosotros firmamos
  • vosotros firmáis
  • ellos/ellas firman

Onvoltooid verleden tijd

  • ik tekende
  • jij tekende
  • hij/zij/het tekende
  • wij tekenden
  • jullie tekenden
  • zij tekenden

Indefinido

  • yo firmé
  • firmaste
  • él/ella firmó
  • nosotros firmamos
  • vosotros firmasteis
  • ellos/ellas firmaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb getekend
  • jij hebt getekend
  • hij/zij/het heeft getekend
  • wij hebben getekend
  • jullie hebben getekend
  • zij hebben getekend

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he firmado
  • has firmado
  • él/ella ha firmado
  • nosotros hemos firmado
  • vosotros habéis firmado
  • ellos/ellas han firmado

Voltooid verleden tijd

  • ik had getekend
  • jij had getekend
  • hij/zij/het had getekend
  • wij hadden getekend
  • jullie hadden getekend
  • zij hadden getekend

Pluscuamperfecto

  • yo había firmado
  • habías firmado
  • él/ella había firmado
  • nosotros habíamos firmado
  • vosotros habíais firmado
  • ellos/ellas habían firmado

Toekomende tijd I

  • ik zal tekenen
  • jij zult tekenen
  • hij/zij/het zal tekenen
  • wij zullen tekenen
  • jullie zullen tekenen
  • zij zullen tekenen

Futuro I

  • yo firmaré
  • firmarás
  • él/ella firmará
  • nosotros firmaremos
  • vosotros firmaréis
  • ellos/ellas firmarán

Toekomende tijd II

  • ik zal getekend hebben
  • jij zult getekend hebben
  • hij/zij/het zal getekend hebben
  • wij zullen getekend hebben
  • jullie zullen getekend hebben
  • zij zullen getekend hebben

Futuro perfecto

  • yo habré firmado
  • habrás firmado
  • él/ella habrá firmado
  • nosotros habremos firmado
  • vosotros habréis firmado
  • ellos/ellas habrán firmado

Conditionalis I

  • ik zou tekenen
  • jij zou tekenen
  • hij/zij/het zou tekenen
  • wij zouden tekenen
  • jullie zouden tekenen
  • zij zouden tekenen

Condicional

  • yo firmaría
  • firmarías
  • él/ella firmaría
  • nosotros firmaríamos
  • vosotros firmaríais
  • ellos/ellas firmarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben getekend
  • jij zou hebben getekend
  • hij/zij/het zou hebben getekend
  • wij zouden hebben getekend
  • jullie zouden hebben getekend
  • zij zouden hebben getekend

Condicional perfecto

  • yo habría firmado
  • habrías firmado
  • él/ella habría firmado
  • nosotros habríamos firmado
  • vosotros habríais firmado
  • ellos/ellas habrían firmado

Imperatief

  • jij teken
  • jullie tekent

Imperativo presente

  • firma
  • vosotros firmad

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van tekenen