Vervoeging van thaw
Onbepaalde wijs (infinitief): to thaw
Engels
Nederlands
Present
- I thaw
- you thaw
- he/she/it thaws
- we thaw
- you thaw
- they thaw
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dooi
- jij dooit
- hij/zij/het dooit
- wij dooien
- jullie dooien
- zij dooien
Simple past
- I thawed
- you thawed
- he/she/it thawed
- we thawed
- you thawed
- they thawed
Onvoltooid verleden tijd
- ik dooide
- jij dooide
- hij/zij/het dooide
- wij dooiden
- jullie dooiden
- zij dooiden
Present perfect
- I have thawed
- you have thawed
- he/she/it has thawed
- we have thawed
- you have thawed
- they have thawed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedooid
- jij hebt gedooid
- hij/zij/het heeft gedooid
- wij hebben gedooid
- jullie hebben gedooid
- zij hebben gedooid
Past perfect
- I had thawed
- you had thawed
- he/she/it had thawed
- we had thawed
- you had thawed
- they had thawed
Voltooid verleden tijd
- ik had gedooid
- jij had gedooid
- hij/zij/het had gedooid
- wij hadden gedooid
- jullie hadden gedooid
- zij hadden gedooid
Future
- I will thaw
- you will thaw
- he/she/it will thaw
- we will thaw
- you will thaw
- they will thaw
Toekomende tijd I
- ik zal dooien
- jij zult dooien
- hij/zij/het zal dooien
- wij zullen dooien
- jullie zullen dooien
- zij zullen dooien
Future perfect
- I will have thawed
- you will have thawed
- he/she/it will have thawed
- we will have thawed
- you will have thawed
- they will have thawed
Toekomende tijd II
- ik zal gedooid hebben
- jij zult gedooid hebben
- hij/zij/het zal gedooid hebben
- wij zullen gedooid hebben
- jullie zullen gedooid hebben
- zij zullen gedooid hebben
Conditional present
- I would thaw
- you would thaw
- he/she/it would thaw
- we would thaw
- you would thaw
- they would thaw
Conditionalis I
- ik zou dooien
- jij zou dooien
- hij/zij/het zou dooien
- wij zouden dooien
- jullie zouden dooien
- zij zouden dooien
Conditional perfect
- I would have thawed
- you would have thawed
- he/she/it would have thawed
- we would have thawed
- you would have thawed
- they would have thawed
Conditionalis II
- ik zou hebben gedooid
- jij zou hebben gedooid
- hij/zij/het zou hebben gedooid
- wij zouden hebben gedooid
- jullie zouden hebben gedooid
- zij zouden hebben gedooid