Vervoeging van toegeven
Onbepaalde wijs (infinitief): toegeven
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik geef toe
- jij geeft toe
- hij/zij/het geeft toe
- wij geven toe
- jullie geven toe
- zij geven toe
Präsens Indikativ
- ich beichte
- du beichtest
- er/sie/es beichtet
- wir beichten
- ihr beichtet
- sie beichten
Onvoltooid verleden tijd
- ik gaf toe
- jij gaf toe
- hij/zij/het gaf toe
- wij gaven toe
- jullie gaven toe
- zij gaven toe
Präteritum Indikativ
- ich beichtete
- du beichtetest
- er/sie/es beichtete
- wir beichteten
- ihr beichtetet
- sie beichteten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb toegegeven
- jij hebt toegegeven
- hij/zij/het heeft toegegeven
- wij hebben toegegeven
- jullie hebben toegegeven
- zij hebben toegegeven
Perfekt Indikativ
- ich habe gebeichtet
- du hast gebeichtet
- er/sie/es hat gebeichtet
- wir haben gebeichtet
- ihr habt gebeichtet
- sie haben gebeichtet
Voltooid verleden tijd
- ik had toegegeven
- jij had toegegeven
- hij/zij/het had toegegeven
- wij hadden toegegeven
- jullie hadden toegegeven
- zij hadden toegegeven
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte gebeichtet
- du hattest gebeichtet
- er/sie/es hatte gebeichtet
- wir hatten gebeichtet
- ihr hattet gebeichtet
- sie hatten gebeichtet
Toekomende tijd I
- ik zal toegeven
- jij zult toegeven
- hij/zij/het zal toegeven
- wij zullen toegeven
- jullie zullen toegeven
- zij zullen toegeven
Futur I Indikativ
- ich werde beichten
- du wirst beichten
- er/sie/es wird beichten
- wir werden beichten
- ihr werdet beichten
- sie werden beichten
Toekomende tijd II
- ik zal toegegeven hebben
- jij zult toegegeven hebben
- hij/zij/het zal toegegeven hebben
- wij zullen toegegeven hebben
- jullie zullen toegegeven hebben
- zij zullen toegegeven hebben
Futur II Indikativ
- ich werde gebeichtet haben
- du wirst gebeichtet haben
- er/sie/es wird gebeichtet haben
- wir werden gebeichtet haben
- ihr werdet gebeichtet haben
- sie werden gebeichtet haben
Conditionalis I
- ik zou toegeven
- jij zou toegeven
- hij/zij/het zou toegeven
- wij zouden toegeven
- jullie zouden toegeven
- zij zouden toegeven
Futur I Konjunktiv II
- ich würde beichten
- du würdest beichten
- er/sie/es würde beichten
- wir würden beichten
- ihr würdet beichten
- sie würden beichten
Conditionalis II
- ik zou hebben toegegeven
- jij zou hebben toegegeven
- hij/zij/het zou hebben toegegeven
- wij zouden hebben toegegeven
- jullie zouden hebben toegegeven
- zij zouden hebben toegegeven
Futur II Konjunktiv II
- ich würde gebeichtet haben
- du würdest gebeichtet haben
- er/sie/es würde gebeichtet haben
- wir würden gebeichtet haben
- ihr würdet gebeichtet haben
- sie würden gebeichtet haben
Imperatief
- jij geef toe
- jullie geeft toe
Imperativ
- du beichte
- ihr beichtet