Vervoeging van toegeven

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik geef toe
  • jij geeft toe
  • hij/zij/het geeft toe
  • wij geven toe
  • jullie geven toe
  • zij geven toe

Présent

  • j'admets
  • tu admets
  • il/elle admet
  • nous admettons
  • vous admettez
  • ils/elles admettent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik gaf toe
  • jij gaf toe
  • hij/zij/het gaf toe
  • wij gaven toe
  • jullie gaven toe
  • zij gaven toe

Indicatif imparfait

  • j'admettais
  • tu admettais
  • il/elle admettait
  • nous admettions
  • vous admettiez
  • ils/elles admettaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb toegegeven
  • jij hebt toegegeven
  • hij/zij/het heeft toegegeven
  • wij hebben toegegeven
  • jullie hebben toegegeven
  • zij hebben toegegeven

Indicatif passé composé

  • j'ai admis
  • tu as admis
  • il/elle a admis
  • nous avons admis
  • vous avez admis
  • ils/elles ont admis

Voltooid verleden tijd

  • ik had toegegeven
  • jij had toegegeven
  • hij/zij/het had toegegeven
  • wij hadden toegegeven
  • jullie hadden toegegeven
  • zij hadden toegegeven

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais admis
  • tu avais admis
  • il/elle avait admis
  • nous avions admis
  • vous aviez admis
  • ils/elles avaient admis

Toekomende tijd I

  • ik zal toegeven
  • jij zult toegeven
  • hij/zij/het zal toegeven
  • wij zullen toegeven
  • jullie zullen toegeven
  • zij zullen toegeven

Indicatif futur

  • j'admettrai
  • tu admettras
  • il/elle admettra
  • nous admettrons
  • vous admettrez
  • ils/elles admettront

Toekomende tijd II

  • ik zal toegegeven hebben
  • jij zult toegegeven hebben
  • hij/zij/het zal toegegeven hebben
  • wij zullen toegegeven hebben
  • jullie zullen toegegeven hebben
  • zij zullen toegegeven hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai admis
  • tu auras admis
  • il/elle aura admis
  • nous aurons admis
  • vous aurez admis
  • ils/elles auront admis

Conditionalis I

  • ik zou toegeven
  • jij zou toegeven
  • hij/zij/het zou toegeven
  • wij zouden toegeven
  • jullie zouden toegeven
  • zij zouden toegeven

Conditionnel présent

  • j'admettrais
  • tu admettrais
  • il/elle admettrait
  • nous admettrions
  • vous admettriez
  • ils/elles admettraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben toegegeven
  • jij zou hebben toegegeven
  • hij/zij/het zou hebben toegegeven
  • wij zouden hebben toegegeven
  • jullie zouden hebben toegegeven
  • zij zouden hebben toegegeven

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais admis
  • tu aurais admis
  • il/elle aurait admis
  • nous aurions admis
  • vous auriez admis
  • ils/elles auraient admis

Imperatief

  • jij geef toe
  • jullie geeft toe

Impératif

  • tu admets
  • vous admettez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van toegeven