Vervoeging van torpederen
Onbepaalde wijs (infinitief): torpederen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik torpedeer
- jij torpedeert
- hij/zij/het torpedeert
- wij torpederen
- jullie torpederen
- zij torpederen
Present
- I bilk
- you bilk
- he/she/it bilks
- we bilk
- you bilk
- they bilk
Onvoltooid verleden tijd
- ik torpedeerde
- jij torpedeerde
- hij/zij/het torpedeerde
- wij torpedeerden
- jullie torpedeerden
- zij torpedeerden
Simple past
- I bilked
- you bilked
- he/she/it bilked
- we bilked
- you bilked
- they bilked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getorpedeerd
- jij hebt getorpedeerd
- hij/zij/het heeft getorpedeerd
- wij hebben getorpedeerd
- jullie hebben getorpedeerd
- zij hebben getorpedeerd
Present perfect
- I have bilked
- you have bilked
- he/she/it has bilked
- we have bilked
- you have bilked
- they have bilked
Voltooid verleden tijd
- ik had getorpedeerd
- jij had getorpedeerd
- hij/zij/het had getorpedeerd
- wij hadden getorpedeerd
- jullie hadden getorpedeerd
- zij hadden getorpedeerd
Past perfect
- I had bilked
- you had bilked
- he/she/it had bilked
- we had bilked
- you had bilked
- they had bilked
Toekomende tijd I
- ik zal torpederen
- jij zult torpederen
- hij/zij/het zal torpederen
- wij zullen torpederen
- jullie zullen torpederen
- zij zullen torpederen
Future
- I will bilk
- you will bilk
- he/she/it will bilk
- we will bilk
- you will bilk
- they will bilk
Toekomende tijd II
- ik zal getorpedeerd hebben
- jij zult getorpedeerd hebben
- hij/zij/het zal getorpedeerd hebben
- wij zullen getorpedeerd hebben
- jullie zullen getorpedeerd hebben
- zij zullen getorpedeerd hebben
Future perfect
- I will have bilked
- you will have bilked
- he/she/it will have bilked
- we will have bilked
- you will have bilked
- they will have bilked
Conditionalis I
- ik zou torpederen
- jij zou torpederen
- hij/zij/het zou torpederen
- wij zouden torpederen
- jullie zouden torpederen
- zij zouden torpederen
Conditional present
- I would bilk
- you would bilk
- he/she/it would bilk
- we would bilk
- you would bilk
- they would bilk
Conditionalis II
- ik zou hebben getorpedeerd
- jij zou hebben getorpedeerd
- hij/zij/het zou hebben getorpedeerd
- wij zouden hebben getorpedeerd
- jullie zouden hebben getorpedeerd
- zij zouden hebben getorpedeerd
Conditional perfect
- I would have bilked
- you would have bilked
- he/she/it would have bilked
- we would have bilked
- you would have bilked
- they would have bilked
Imperatief
- jij torpedeer
- jullie torpedeert
Imperative
- you bilk
- you bilk