Vervoeging van transfer
Onbepaalde wijs (infinitief): to transfer
32 alternatieve vertalingen
- aangeven
- aanreiken
- afdragen
- delegeren
- endosseren
- geleiden
- gireren
- omzetten
- opnemen
- overboeken
- overbrengen
- overdragen
- overgeven
- overhalen
- overhevelen
- overladen
- overmaken
- overplaatsen
- overschrijven
- overslaan
- overstappen
- overstorten
- overzetten
- remitteren
- storten
- toereiken
- transfereren
- transporteren
- verladen
- verleggen
- verplaatsen
- wenden
Engels
Nederlands
Present
- I transfer
- you transfer
- he/she/it transfers
- we transfer
- you transfer
- they transfer
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik boek af
- jij boekt af
- hij/zij/het boekt af
- wij boeken af
- jullie boeken af
- zij boeken af
Simple past
- I transferred
- you transferred
- he/she/it transferred
- we transferred
- you transferred
- they transferred
Onvoltooid verleden tijd
- ik boekte af
- jij boekte af
- hij/zij/het boekte af
- wij boekten af
- jullie boekten af
- zij boekten af
Present perfect
- I have transferred
- you have transferred
- he/she/it has transferred
- we have transferred
- you have transferred
- they have transferred
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgeboekt
- jij hebt afgeboekt
- hij/zij/het heeft afgeboekt
- wij hebben afgeboekt
- jullie hebben afgeboekt
- zij hebben afgeboekt
Past perfect
- I had transferred
- you had transferred
- he/she/it had transferred
- we had transferred
- you had transferred
- they had transferred
Voltooid verleden tijd
- ik had afgeboekt
- jij had afgeboekt
- hij/zij/het had afgeboekt
- wij hadden afgeboekt
- jullie hadden afgeboekt
- zij hadden afgeboekt
Future
- I will transfer
- you will transfer
- he/she/it will transfer
- we will transfer
- you will transfer
- they will transfer
Toekomende tijd I
- ik zal afboeken
- jij zult afboeken
- hij/zij/het zal afboeken
- wij zullen afboeken
- jullie zullen afboeken
- zij zullen afboeken
Future perfect
- I will have transferred
- you will have transferred
- he/she/it will have transferred
- we will have transferred
- you will have transferred
- they will have transferred
Toekomende tijd II
- ik zal afgeboekt hebben
- jij zult afgeboekt hebben
- hij/zij/het zal afgeboekt hebben
- wij zullen afgeboekt hebben
- jullie zullen afgeboekt hebben
- zij zullen afgeboekt hebben
Conditional present
- I would transfer
- you would transfer
- he/she/it would transfer
- we would transfer
- you would transfer
- they would transfer
Conditionalis I
- ik zou afboeken
- jij zou afboeken
- hij/zij/het zou afboeken
- wij zouden afboeken
- jullie zouden afboeken
- zij zouden afboeken
Conditional perfect
- I would have transferred
- you would have transferred
- he/she/it would have transferred
- we would have transferred
- you would have transferred
- they would have transferred
Conditionalis II
- ik zou hebben afgeboekt
- jij zou hebben afgeboekt
- hij/zij/het zou hebben afgeboekt
- wij zouden hebben afgeboekt
- jullie zouden hebben afgeboekt
- zij zouden hebben afgeboekt
Imperative
- you transfer
- you transfer
Imperatief
- jij boek af
- jullie boekt af