Vervoeging van uitbannen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ban uit
  • jij bant uit
  • hij/zij/het bant uit
  • wij bannen uit
  • jullie bannen uit
  • zij bannen uit

Indicativo presente

  • yo exorcizo
  • exorcizas
  • él/ella exorciza
  • nosotros exorcizamos
  • vosotros exorcizáis
  • ellos/ellas exorcizan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bande uit
  • jij bande uit
  • hij/zij/het bande uit
  • wij banden uit
  • jullie banden uit
  • zij banden uit

Indefinido

  • yo exorcicé
  • exorcizaste
  • él/ella exorcizó
  • nosotros exorcizamos
  • vosotros exorcizasteis
  • ellos/ellas exorcizaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb uitgebannen
  • jij hebt uitgebannen
  • hij/zij/het heeft uitgebannen
  • wij hebben uitgebannen
  • jullie hebben uitgebannen
  • zij hebben uitgebannen

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he exorcizado
  • has exorcizado
  • él/ella ha exorcizado
  • nosotros hemos exorcizado
  • vosotros habéis exorcizado
  • ellos/ellas han exorcizado

Voltooid verleden tijd

  • ik had uitgebannen
  • jij had uitgebannen
  • hij/zij/het had uitgebannen
  • wij hadden uitgebannen
  • jullie hadden uitgebannen
  • zij hadden uitgebannen

Pluscuamperfecto

  • yo había exorcizado
  • habías exorcizado
  • él/ella había exorcizado
  • nosotros habíamos exorcizado
  • vosotros habíais exorcizado
  • ellos/ellas habían exorcizado

Toekomende tijd I

  • ik zal uitbannen
  • jij zult uitbannen
  • hij/zij/het zal uitbannen
  • wij zullen uitbannen
  • jullie zullen uitbannen
  • zij zullen uitbannen

Futuro I

  • yo exorcizaré
  • exorcizarás
  • él/ella exorcizará
  • nosotros exorcizaremos
  • vosotros exorcizaréis
  • ellos/ellas exorcizarán

Toekomende tijd II

  • ik zal uitgebannen hebben
  • jij zult uitgebannen hebben
  • hij/zij/het zal uitgebannen hebben
  • wij zullen uitgebannen hebben
  • jullie zullen uitgebannen hebben
  • zij zullen uitgebannen hebben

Futuro perfecto

  • yo habré exorcizado
  • habrás exorcizado
  • él/ella habrá exorcizado
  • nosotros habremos exorcizado
  • vosotros habréis exorcizado
  • ellos/ellas habrán exorcizado

Conditionalis I

  • ik zou uitbannen
  • jij zou uitbannen
  • hij/zij/het zou uitbannen
  • wij zouden uitbannen
  • jullie zouden uitbannen
  • zij zouden uitbannen

Condicional

  • yo exorcizaría
  • exorcizarías
  • él/ella exorcizaría
  • nosotros exorcizaríamos
  • vosotros exorcizaríais
  • ellos/ellas exorcizarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben uitgebannen
  • jij zou hebben uitgebannen
  • hij/zij/het zou hebben uitgebannen
  • wij zouden hebben uitgebannen
  • jullie zouden hebben uitgebannen
  • zij zouden hebben uitgebannen

Condicional perfecto

  • yo habría exorcizado
  • habrías exorcizado
  • él/ella habría exorcizado
  • nosotros habríamos exorcizado
  • vosotros habríais exorcizado
  • ellos/ellas habrían exorcizado

Imperatief

  • jij ban uit
  • jullie bant uit

Imperativo presente

  • exorciza
  • vosotros exorcizad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van uitbannen