Vervoeging van verklikken
Onbepaalde wijs (infinitief): verklikken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verklik
- jij verklikt
- hij/zij/het verklikt
- wij verklikken
- jullie verklikken
- zij verklikken
Present
- I leak
- you leak
- he/she/it leaks
- we leak
- you leak
- they leak
Onvoltooid verleden tijd
- ik verklikte
- jij verklikte
- hij/zij/het verklikte
- wij verklikten
- jullie verklikten
- zij verklikten
Simple past
- I leaked
- you leaked
- he/she/it leaked
- we leaked
- you leaked
- they leaked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verklikt
- jij hebt verklikt
- hij/zij/het heeft verklikt
- wij hebben verklikt
- jullie hebben verklikt
- zij hebben verklikt
Present perfect
- I have leaked
- you have leaked
- he/she/it has leaked
- we have leaked
- you have leaked
- they have leaked
Voltooid verleden tijd
- ik had verklikt
- jij had verklikt
- hij/zij/het had verklikt
- wij hadden verklikt
- jullie hadden verklikt
- zij hadden verklikt
Past perfect
- I had leaked
- you had leaked
- he/she/it had leaked
- we had leaked
- you had leaked
- they had leaked
Toekomende tijd I
- ik zal verklikken
- jij zult verklikken
- hij/zij/het zal verklikken
- wij zullen verklikken
- jullie zullen verklikken
- zij zullen verklikken
Future
- I will leak
- you will leak
- he/she/it will leak
- we will leak
- you will leak
- they will leak
Toekomende tijd II
- ik zal verklikt hebben
- jij zult verklikt hebben
- hij/zij/het zal verklikt hebben
- wij zullen verklikt hebben
- jullie zullen verklikt hebben
- zij zullen verklikt hebben
Future perfect
- I will have leaked
- you will have leaked
- he/she/it will have leaked
- we will have leaked
- you will have leaked
- they will have leaked
Conditionalis I
- ik zou verklikken
- jij zou verklikken
- hij/zij/het zou verklikken
- wij zouden verklikken
- jullie zouden verklikken
- zij zouden verklikken
Conditional present
- I would leak
- you would leak
- he/she/it would leak
- we would leak
- you would leak
- they would leak
Conditionalis II
- ik zou hebben verklikt
- jij zou hebben verklikt
- hij/zij/het zou hebben verklikt
- wij zouden hebben verklikt
- jullie zouden hebben verklikt
- zij zouden hebben verklikt
Conditional perfect
- I would have leaked
- you would have leaked
- he/she/it would have leaked
- we would have leaked
- you would have leaked
- they would have leaked
Imperatief
- jij verklik
- jullie verklikt
Imperative
- you leak
- you leak