Vervoeging van verlichten
Onbepaalde wijs (infinitief): verlichten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verlicht
- jij verlicht
- hij/zij/het verlicht
- wij verlichten
- jullie verlichten
- zij verlichten
Present
- I extenuate
- you extenuate
- he/she/it extenuates
- we extenuate
- you extenuate
- they extenuate
Onvoltooid verleden tijd
- ik verlichtte
- jij verlichtte
- hij/zij/het verlichtte
- wij verlichtten
- jullie verlichtten
- zij verlichtten
Simple past
- I extenuated
- you extenuated
- he/she/it extenuated
- we extenuated
- you extenuated
- they extenuated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verlicht
- jij hebt verlicht
- hij/zij/het heeft verlicht
- wij hebben verlicht
- jullie hebben verlicht
- zij hebben verlicht
Present perfect
- I have extenuated
- you have extenuated
- he/she/it has extenuated
- we have extenuated
- you have extenuated
- they have extenuated
Voltooid verleden tijd
- ik had verlicht
- jij had verlicht
- hij/zij/het had verlicht
- wij hadden verlicht
- jullie hadden verlicht
- zij hadden verlicht
Past perfect
- I had extenuated
- you had extenuated
- he/she/it had extenuated
- we had extenuated
- you had extenuated
- they had extenuated
Toekomende tijd I
- ik zal verlichten
- jij zult verlichten
- hij/zij/het zal verlichten
- wij zullen verlichten
- jullie zullen verlichten
- zij zullen verlichten
Future
- I will extenuate
- you will extenuate
- he/she/it will extenuate
- we will extenuate
- you will extenuate
- they will extenuate
Toekomende tijd II
- ik zal verlicht hebben
- jij zult verlicht hebben
- hij/zij/het zal verlicht hebben
- wij zullen verlicht hebben
- jullie zullen verlicht hebben
- zij zullen verlicht hebben
Future perfect
- I will have extenuated
- you will have extenuated
- he/she/it will have extenuated
- we will have extenuated
- you will have extenuated
- they will have extenuated
Conditionalis I
- ik zou verlichten
- jij zou verlichten
- hij/zij/het zou verlichten
- wij zouden verlichten
- jullie zouden verlichten
- zij zouden verlichten
Conditional present
- I would extenuate
- you would extenuate
- he/she/it would extenuate
- we would extenuate
- you would extenuate
- they would extenuate
Conditionalis II
- ik zou hebben verlicht
- jij zou hebben verlicht
- hij/zij/het zou hebben verlicht
- wij zouden hebben verlicht
- jullie zouden hebben verlicht
- zij zouden hebben verlicht
Conditional perfect
- I would have extenuated
- you would have extenuated
- he/she/it would have extenuated
- we would have extenuated
- you would have extenuated
- they would have extenuated
Imperatief
- jij verlicht
- jullie verlicht
Imperative
- you extenuate
- you extenuate