Vervoeging van verlichten

Onbepaalde wijs (infinitief): verlichten

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verlicht
  • jij verlicht
  • hij/zij/het verlicht
  • wij verlichten
  • jullie verlichten
  • zij verlichten

Indicativo presente

  • yo mitigo
  • mitigas
  • él/ella mitiga
  • nosotros mitigamos
  • vosotros mitigáis
  • ellos/ellas mitigan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verlichtte
  • jij verlichtte
  • hij/zij/het verlichtte
  • wij verlichtten
  • jullie verlichtten
  • zij verlichtten

Indefinido

  • yo mitigué
  • mitigaste
  • él/ella mitigó
  • nosotros mitigamos
  • vosotros mitigasteis
  • ellos/ellas mitigaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verlicht
  • jij hebt verlicht
  • hij/zij/het heeft verlicht
  • wij hebben verlicht
  • jullie hebben verlicht
  • zij hebben verlicht

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he mitigado
  • has mitigado
  • él/ella ha mitigado
  • nosotros hemos mitigado
  • vosotros habéis mitigado
  • ellos/ellas han mitigado

Voltooid verleden tijd

  • ik had verlicht
  • jij had verlicht
  • hij/zij/het had verlicht
  • wij hadden verlicht
  • jullie hadden verlicht
  • zij hadden verlicht

Pluscuamperfecto

  • yo había mitigado
  • habías mitigado
  • él/ella había mitigado
  • nosotros habíamos mitigado
  • vosotros habíais mitigado
  • ellos/ellas habían mitigado

Toekomende tijd I

  • ik zal verlichten
  • jij zult verlichten
  • hij/zij/het zal verlichten
  • wij zullen verlichten
  • jullie zullen verlichten
  • zij zullen verlichten

Futuro I

  • yo mitigaré
  • mitigarás
  • él/ella mitigará
  • nosotros mitigaremos
  • vosotros mitigaréis
  • ellos/ellas mitigarán

Toekomende tijd II

  • ik zal verlicht hebben
  • jij zult verlicht hebben
  • hij/zij/het zal verlicht hebben
  • wij zullen verlicht hebben
  • jullie zullen verlicht hebben
  • zij zullen verlicht hebben

Futuro perfecto

  • yo habré mitigado
  • habrás mitigado
  • él/ella habrá mitigado
  • nosotros habremos mitigado
  • vosotros habréis mitigado
  • ellos/ellas habrán mitigado

Conditionalis I

  • ik zou verlichten
  • jij zou verlichten
  • hij/zij/het zou verlichten
  • wij zouden verlichten
  • jullie zouden verlichten
  • zij zouden verlichten

Condicional

  • yo mitigaría
  • mitigarías
  • él/ella mitigaría
  • nosotros mitigaríamos
  • vosotros mitigaríais
  • ellos/ellas mitigarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben verlicht
  • jij zou hebben verlicht
  • hij/zij/het zou hebben verlicht
  • wij zouden hebben verlicht
  • jullie zouden hebben verlicht
  • zij zouden hebben verlicht

Condicional perfecto

  • yo habría mitigado
  • habrías mitigado
  • él/ella habría mitigado
  • nosotros habríamos mitigado
  • vosotros habríais mitigado
  • ellos/ellas habrían mitigado

Imperatief

  • jij verlicht
  • jullie verlicht

Imperativo presente

  • mitiga
  • vosotros mitigad

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van verlichten