Vervoeging van verpulveren

Onbepaalde wijs (infinitief): verpulveren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verpulver
  • jij verpulvert
  • hij/zij/het verpulvert
  • wij verpulveren
  • jullie verpulveren
  • zij verpulveren

Present

  • I pulverize
  • you pulverize
  • he/she/it pulverizes
  • we pulverize
  • you pulverize
  • they pulverize

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verpulverde
  • jij verpulverde
  • hij/zij/het verpulverde
  • wij verpulverden
  • jullie verpulverden
  • zij verpulverden

Simple past

  • I pulverized
  • you pulverized
  • he/she/it pulverized
  • we pulverized
  • you pulverized
  • they pulverized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verpulverd
  • jij hebt verpulverd
  • hij/zij/het heeft verpulverd
  • wij hebben verpulverd
  • jullie hebben verpulverd
  • zij hebben verpulverd

Present perfect

  • I have pulverized
  • you have pulverized
  • he/she/it has pulverized
  • we have pulverized
  • you have pulverized
  • they have pulverized

Voltooid verleden tijd

  • ik had verpulverd
  • jij had verpulverd
  • hij/zij/het had verpulverd
  • wij hadden verpulverd
  • jullie hadden verpulverd
  • zij hadden verpulverd

Past perfect

  • I had pulverized
  • you had pulverized
  • he/she/it had pulverized
  • we had pulverized
  • you had pulverized
  • they had pulverized

Toekomende tijd I

  • ik zal verpulveren
  • jij zult verpulveren
  • hij/zij/het zal verpulveren
  • wij zullen verpulveren
  • jullie zullen verpulveren
  • zij zullen verpulveren

Future

  • I will pulverize
  • you will pulverize
  • he/she/it will pulverize
  • we will pulverize
  • you will pulverize
  • they will pulverize

Toekomende tijd II

  • ik zal verpulverd hebben
  • jij zult verpulverd hebben
  • hij/zij/het zal verpulverd hebben
  • wij zullen verpulverd hebben
  • jullie zullen verpulverd hebben
  • zij zullen verpulverd hebben

Future perfect

  • I will have pulverized
  • you will have pulverized
  • he/she/it will have pulverized
  • we will have pulverized
  • you will have pulverized
  • they will have pulverized

Conditionalis I

  • ik zou verpulveren
  • jij zou verpulveren
  • hij/zij/het zou verpulveren
  • wij zouden verpulveren
  • jullie zouden verpulveren
  • zij zouden verpulveren

Conditional present

  • I would pulverize
  • you would pulverize
  • he/she/it would pulverize
  • we would pulverize
  • you would pulverize
  • they would pulverize

Conditionalis II

  • ik zou hebben verpulverd
  • jij zou hebben verpulverd
  • hij/zij/het zou hebben verpulverd
  • wij zouden hebben verpulverd
  • jullie zouden hebben verpulverd
  • zij zouden hebben verpulverd

Conditional perfect

  • I would have pulverized
  • you would have pulverized
  • he/she/it would have pulverized
  • we would have pulverized
  • you would have pulverized
  • they would have pulverized

Imperatief

  • jij verpulver
  • jullie verpulvert

Imperative

  • you pulverize
  • you pulverize

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van verpulveren