Vervoeging van verstoppen
Onbepaalde wijs (infinitief): verstoppen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verstop
- jij verstopt
- hij/zij/het verstopt
- wij verstoppen
- jullie verstoppen
- zij verstoppen
Present
- I bury
- you bury
- he/she/it buries
- we bury
- you bury
- they bury
Onvoltooid verleden tijd
- ik verstopte
- jij verstopte
- hij/zij/het verstopte
- wij verstopten
- jullie verstopten
- zij verstopten
Simple past
- I buried
- you buried
- he/she/it buried
- we buried
- you buried
- they buried
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verstopt
- jij hebt verstopt
- hij/zij/het heeft verstopt
- wij hebben verstopt
- jullie hebben verstopt
- zij hebben verstopt
Present perfect
- I have buried
- you have buried
- he/she/it has buried
- we have buried
- you have buried
- they have buried
Voltooid verleden tijd
- ik had verstopt
- jij had verstopt
- hij/zij/het had verstopt
- wij hadden verstopt
- jullie hadden verstopt
- zij hadden verstopt
Past perfect
- I had buried
- you had buried
- he/she/it had buried
- we had buried
- you had buried
- they had buried
Toekomende tijd I
- ik zal verstoppen
- jij zult verstoppen
- hij/zij/het zal verstoppen
- wij zullen verstoppen
- jullie zullen verstoppen
- zij zullen verstoppen
Future
- I will bury
- you will bury
- he/she/it will bury
- we will bury
- you will bury
- they will bury
Toekomende tijd II
- ik zal verstopt hebben
- jij zult verstopt hebben
- hij/zij/het zal verstopt hebben
- wij zullen verstopt hebben
- jullie zullen verstopt hebben
- zij zullen verstopt hebben
Future perfect
- I will have buried
- you will have buried
- he/she/it will have buried
- we will have buried
- you will have buried
- they will have buried
Conditionalis I
- ik zou verstoppen
- jij zou verstoppen
- hij/zij/het zou verstoppen
- wij zouden verstoppen
- jullie zouden verstoppen
- zij zouden verstoppen
Conditional present
- I would bury
- you would bury
- he/she/it would bury
- we would bury
- you would bury
- they would bury
Conditionalis II
- ik zou hebben verstopt
- jij zou hebben verstopt
- hij/zij/het zou hebben verstopt
- wij zouden hebben verstopt
- jullie zouden hebben verstopt
- zij zouden hebben verstopt
Conditional perfect
- I would have buried
- you would have buried
- he/she/it would have buried
- we would have buried
- you would have buried
- they would have buried
Imperatief
- jij verstop
- jullie verstopt
Imperative
- you bury
- you bury