Vervoeging van verwarren
Onbepaalde wijs (infinitief): verwarren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwar
- jij verwart
- hij/zij/het verwart
- wij verwarren
- jullie verwarren
- zij verwarren
Indicativo presente
- yo mezclo
- tú mezclas
- él/ella mezcla
- nosotros mezclamos
- vosotros mezcláis
- ellos/ellas mezclan
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwarde
- jij verwarde
- hij/zij/het verwarde
- wij verwarden
- jullie verwarden
- zij verwarden
Indefinido
- yo mezclé
- tú mezclaste
- él/ella mezcló
- nosotros mezclamos
- vosotros mezclasteis
- ellos/ellas mezclaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verward
- jij hebt verward
- hij/zij/het heeft verward
- wij hebben verward
- jullie hebben verward
- zij hebben verward
Pretérito perfecto compuesto
- yo he mezclado
- tú has mezclado
- él/ella ha mezclado
- nosotros hemos mezclado
- vosotros habéis mezclado
- ellos/ellas han mezclado
Voltooid verleden tijd
- ik had verward
- jij had verward
- hij/zij/het had verward
- wij hadden verward
- jullie hadden verward
- zij hadden verward
Pluscuamperfecto
- yo había mezclado
- tú habías mezclado
- él/ella había mezclado
- nosotros habíamos mezclado
- vosotros habíais mezclado
- ellos/ellas habían mezclado
Toekomende tijd I
- ik zal verwarren
- jij zult verwarren
- hij/zij/het zal verwarren
- wij zullen verwarren
- jullie zullen verwarren
- zij zullen verwarren
Futuro I
- yo mezclaré
- tú mezclarás
- él/ella mezclará
- nosotros mezclaremos
- vosotros mezclaréis
- ellos/ellas mezclarán
Toekomende tijd II
- ik zal verward hebben
- jij zult verward hebben
- hij/zij/het zal verward hebben
- wij zullen verward hebben
- jullie zullen verward hebben
- zij zullen verward hebben
Futuro perfecto
- yo habré mezclado
- tú habrás mezclado
- él/ella habrá mezclado
- nosotros habremos mezclado
- vosotros habréis mezclado
- ellos/ellas habrán mezclado
Conditionalis I
- ik zou verwarren
- jij zou verwarren
- hij/zij/het zou verwarren
- wij zouden verwarren
- jullie zouden verwarren
- zij zouden verwarren
Condicional
- yo mezclaría
- tú mezclarías
- él/ella mezclaría
- nosotros mezclaríamos
- vosotros mezclaríais
- ellos/ellas mezclarían
Conditionalis II
- ik zou hebben verward
- jij zou hebben verward
- hij/zij/het zou hebben verward
- wij zouden hebben verward
- jullie zouden hebben verward
- zij zouden hebben verward
Condicional perfecto
- yo habría mezclado
- tú habrías mezclado
- él/ella habría mezclado
- nosotros habríamos mezclado
- vosotros habríais mezclado
- ellos/ellas habrían mezclado
Imperatief
- jij verwar
- jullie verwart
Imperativo presente
- tú mezcla
- vosotros mezclad