Vervoeging van verwerken

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verwerk
  • jij verwerkt
  • hij/zij/het verwerkt
  • wij verwerken
  • jullie verwerken
  • zij verwerken

Indicativo presente

  • yo labro
  • labras
  • él/ella labra
  • nosotros labramos
  • vosotros labráis
  • ellos/ellas labran

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verwerkte
  • jij verwerkte
  • hij/zij/het verwerkte
  • wij verwerkten
  • jullie verwerkten
  • zij verwerkten

Indefinido

  • yo labré
  • labraste
  • él/ella labró
  • nosotros labramos
  • vosotros labrasteis
  • ellos/ellas labraron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verwerkt
  • jij hebt verwerkt
  • hij/zij/het heeft verwerkt
  • wij hebben verwerkt
  • jullie hebben verwerkt
  • zij hebben verwerkt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he labrado
  • has labrado
  • él/ella ha labrado
  • nosotros hemos labrado
  • vosotros habéis labrado
  • ellos/ellas han labrado

Voltooid verleden tijd

  • ik had verwerkt
  • jij had verwerkt
  • hij/zij/het had verwerkt
  • wij hadden verwerkt
  • jullie hadden verwerkt
  • zij hadden verwerkt

Pluscuamperfecto

  • yo había labrado
  • habías labrado
  • él/ella había labrado
  • nosotros habíamos labrado
  • vosotros habíais labrado
  • ellos/ellas habían labrado

Toekomende tijd I

  • ik zal verwerken
  • jij zult verwerken
  • hij/zij/het zal verwerken
  • wij zullen verwerken
  • jullie zullen verwerken
  • zij zullen verwerken

Futuro I

  • yo labraré
  • labrarás
  • él/ella labrará
  • nosotros labraremos
  • vosotros labraréis
  • ellos/ellas labrarán

Toekomende tijd II

  • ik zal verwerkt hebben
  • jij zult verwerkt hebben
  • hij/zij/het zal verwerkt hebben
  • wij zullen verwerkt hebben
  • jullie zullen verwerkt hebben
  • zij zullen verwerkt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré labrado
  • habrás labrado
  • él/ella habrá labrado
  • nosotros habremos labrado
  • vosotros habréis labrado
  • ellos/ellas habrán labrado

Conditionalis I

  • ik zou verwerken
  • jij zou verwerken
  • hij/zij/het zou verwerken
  • wij zouden verwerken
  • jullie zouden verwerken
  • zij zouden verwerken

Condicional

  • yo labraría
  • labrarías
  • él/ella labraría
  • nosotros labraríamos
  • vosotros labraríais
  • ellos/ellas labrarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben verwerkt
  • jij zou hebben verwerkt
  • hij/zij/het zou hebben verwerkt
  • wij zouden hebben verwerkt
  • jullie zouden hebben verwerkt
  • zij zouden hebben verwerkt

Condicional perfecto

  • yo habría labrado
  • habrías labrado
  • él/ella habría labrado
  • nosotros habríamos labrado
  • vosotros habríais labrado
  • ellos/ellas habrían labrado

Imperatief

  • jij verwerk
  • jullie verwerkt

Imperativo presente

  • labra
  • vosotros labrad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verwerken