Vervoeging van volschenken
Onbepaalde wijs (infinitief): volschenken
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schenk vol
- jij schenkt vol
- hij/zij/het schenkt vol
- wij schenken vol
- jullie schenken vol
- zij schenken vol
Présent
- je remplis
- tu remplis
- il/elle remplit
- nous remplissons
- vous remplissez
- ils/elles remplissent
Onvoltooid verleden tijd
- ik schonk vol
- jij schonk vol
- hij/zij/het schonk vol
- wij schonken vol
- jullie schonken vol
- zij schonken vol
Indicatif imparfait
- je remplissais
- tu remplissais
- il/elle remplissait
- nous remplissions
- vous remplissiez
- ils/elles remplissaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgeschonken
- jij hebt volgeschonken
- hij/zij/het heeft volgeschonken
- wij hebben volgeschonken
- jullie hebben volgeschonken
- zij hebben volgeschonken
Indicatif passé composé
- j'ai rempli
- tu as rempli
- il/elle a rempli
- nous avons rempli
- vous avez rempli
- ils/elles ont rempli
Voltooid verleden tijd
- ik had volgeschonken
- jij had volgeschonken
- hij/zij/het had volgeschonken
- wij hadden volgeschonken
- jullie hadden volgeschonken
- zij hadden volgeschonken
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais rempli
- tu avais rempli
- il/elle avait rempli
- nous avions rempli
- vous aviez rempli
- ils/elles avaient rempli
Toekomende tijd I
- ik zal volschenken
- jij zult volschenken
- hij/zij/het zal volschenken
- wij zullen volschenken
- jullie zullen volschenken
- zij zullen volschenken
Indicatif futur
- je remplirai
- tu rempliras
- il/elle remplira
- nous remplirons
- vous remplirez
- ils/elles rempliront
Toekomende tijd II
- ik zal volgeschonken hebben
- jij zult volgeschonken hebben
- hij/zij/het zal volgeschonken hebben
- wij zullen volgeschonken hebben
- jullie zullen volgeschonken hebben
- zij zullen volgeschonken hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai rempli
- tu auras rempli
- il/elle aura rempli
- nous aurons rempli
- vous aurez rempli
- ils/elles auront rempli
Conditionalis I
- ik zou volschenken
- jij zou volschenken
- hij/zij/het zou volschenken
- wij zouden volschenken
- jullie zouden volschenken
- zij zouden volschenken
Conditionnel présent
- je remplirais
- tu remplirais
- il/elle remplirait
- nous remplirions
- vous rempliriez
- ils/elles rempliraient
Conditionalis II
- ik zou hebben volgeschonken
- jij zou hebben volgeschonken
- hij/zij/het zou hebben volgeschonken
- wij zouden hebben volgeschonken
- jullie zouden hebben volgeschonken
- zij zouden hebben volgeschonken
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais rempli
- tu aurais rempli
- il/elle aurait rempli
- nous aurions rempli
- vous auriez rempli
- ils/elles auraient rempli
Imperatief
- jij schenk vol
- jullie schenkt vol
Impératif
- tu remplis
- vous remplissez