Vervoeging van volstoppen
Onbepaalde wijs (infinitief): volstoppen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stop vol
- jij stopt vol
- hij/zij/het stopt vol
- wij stoppen vol
- jullie stoppen vol
- zij stoppen vol
Present
- I congest
- you congest
- he/she/it congests
- we congest
- you congest
- they congest
Onvoltooid verleden tijd
- ik stopte vol
- jij stopte vol
- hij/zij/het stopte vol
- wij stopten vol
- jullie stopten vol
- zij stopten vol
Simple past
- I congested
- you congested
- he/she/it congested
- we congested
- you congested
- they congested
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgestopt
- jij hebt volgestopt
- hij/zij/het heeft volgestopt
- wij hebben volgestopt
- jullie hebben volgestopt
- zij hebben volgestopt
Present perfect
- I have congested
- you have congested
- he/she/it has congested
- we have congested
- you have congested
- they have congested
Voltooid verleden tijd
- ik had volgestopt
- jij had volgestopt
- hij/zij/het had volgestopt
- wij hadden volgestopt
- jullie hadden volgestopt
- zij hadden volgestopt
Past perfect
- I had congested
- you had congested
- he/she/it had congested
- we had congested
- you had congested
- they had congested
Toekomende tijd I
- ik zal volstoppen
- jij zult volstoppen
- hij/zij/het zal volstoppen
- wij zullen volstoppen
- jullie zullen volstoppen
- zij zullen volstoppen
Future
- I will congest
- you will congest
- he/she/it will congest
- we will congest
- you will congest
- they will congest
Toekomende tijd II
- ik zal volgestopt hebben
- jij zult volgestopt hebben
- hij/zij/het zal volgestopt hebben
- wij zullen volgestopt hebben
- jullie zullen volgestopt hebben
- zij zullen volgestopt hebben
Future perfect
- I will have congested
- you will have congested
- he/she/it will have congested
- we will have congested
- you will have congested
- they will have congested
Conditionalis I
- ik zou volstoppen
- jij zou volstoppen
- hij/zij/het zou volstoppen
- wij zouden volstoppen
- jullie zouden volstoppen
- zij zouden volstoppen
Conditional present
- I would congest
- you would congest
- he/she/it would congest
- we would congest
- you would congest
- they would congest
Conditionalis II
- ik zou hebben volgestopt
- jij zou hebben volgestopt
- hij/zij/het zou hebben volgestopt
- wij zouden hebben volgestopt
- jullie zouden hebben volgestopt
- zij zouden hebben volgestopt
Conditional perfect
- I would have congested
- you would have congested
- he/she/it would have congested
- we would have congested
- you would have congested
- they would have congested
Imperatief
- jij stop vol
- jullie stopt vol
Imperative
- you congest
- you congest