Vervoeging van wind
Onbepaalde wijs (infinitief): to wind
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it winds
- they wind
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het trekt krom
- zij trekken krom
Simple past
- he/she/it wound
- they wound
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het trok krom
- zij trokken krom
Present perfect
- he/she/it has wound
- they have wound
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is kromgetrokken
- zij zijn kromgetrokken
Past perfect
- he/she/it had wound
- they had wound
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was kromgetrokken
- zij waren kromgetrokken
Future
- he/she/it will wind
- they will wind
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal kromtrekken
- zij zult kromtrekken
Future perfect
- he/she/it will have wound
- they will have wound
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal kromgetrokken zijn
- zij zult kromgetrokken zijn
Conditional present
- he/she/it would wind
- they would wind
Conditionalis I
- hij/zij/het zal kromtrekken
- zij zullen kromtrekken
Conditional perfect
- he/she/it would have wound
- they would have wound
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn kromgetrokken
- zij zullen zijn kromgetrokken