Vervoeging van withdraw
Onbepaalde wijs (infinitief): to withdraw
38 alternatieve vertalingen
- achteruitschuiven
- afhalen
- aftrekken
- afzonderen
- doordraaien
- hernemen
- herroepen
- intrekken
- losmaken
- neerleggen
- nemen
- ondervangen
- ontdoen
- ontlokken
- opnemen
- opsluiten
- opvragen
- puren
- putten
- retireren
- sterven
- tappen
- terughalen
- terugkrabbelen
- terugnemen
- terugroepen
- terugtreden
- terugtrekken
- terugwijken
- trekken
- uithalen
- vergaan
- verscheiden
- verwijderen
- wegdoen
- weghalen
- wegnemen
- wegtrekken
Engels
Nederlands
Present
- I withdraw
- you withdraw
- he/she/it withdraws
- we withdraw
- you withdraw
- they withdraw
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik treed uit
- jij treedt uit
- hij/zij/het treedt uit
- wij treden uit
- jullie treden uit
- zij treden uit
Simple past
- I withdrew
- you withdrew
- he/she/it withdrew
- we withdrew
- you withdrew
- they withdrew
Onvoltooid verleden tijd
- ik trad uit
- jij trad uit
- hij/zij/het trad uit
- wij traden uit
- jullie traden uit
- zij traden uit
Present perfect
- I have withdrawn
- you have withdrawn
- he/she/it has withdrawn
- we have withdrawn
- you have withdrawn
- they have withdrawn
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgetreden
- jij hebt uitgetreden
- hij/zij/het heeft uitgetreden
- wij hebben uitgetreden
- jullie hebben uitgetreden
- zij hebben uitgetreden
Past perfect
- I had withdrawn
- you had withdrawn
- he/she/it had withdrawn
- we had withdrawn
- you had withdrawn
- they had withdrawn
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgetreden
- jij had uitgetreden
- hij/zij/het had uitgetreden
- wij hadden uitgetreden
- jullie hadden uitgetreden
- zij hadden uitgetreden
Future
- I will withdraw
- you will withdraw
- he/she/it will withdraw
- we will withdraw
- you will withdraw
- they will withdraw
Toekomende tijd I
- ik zal uittreden
- jij zult uittreden
- hij/zij/het zal uittreden
- wij zullen uittreden
- jullie zullen uittreden
- zij zullen uittreden
Future perfect
- I will have withdrawn
- you will have withdrawn
- he/she/it will have withdrawn
- we will have withdrawn
- you will have withdrawn
- they will have withdrawn
Toekomende tijd II
- ik zal uitgetreden hebben
- jij zult uitgetreden hebben
- hij/zij/het zal uitgetreden hebben
- wij zullen uitgetreden hebben
- jullie zullen uitgetreden hebben
- zij zullen uitgetreden hebben
Conditional present
- I would withdraw
- you would withdraw
- he/she/it would withdraw
- we would withdraw
- you would withdraw
- they would withdraw
Conditionalis I
- ik zou uittreden
- jij zou uittreden
- hij/zij/het zou uittreden
- wij zouden uittreden
- jullie zouden uittreden
- zij zouden uittreden
Conditional perfect
- I would have withdrawn
- you would have withdrawn
- he/she/it would have withdrawn
- we would have withdrawn
- you would have withdrawn
- they would have withdrawn
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgetreden
- jij zou hebben uitgetreden
- hij/zij/het zou hebben uitgetreden
- wij zouden hebben uitgetreden
- jullie zouden hebben uitgetreden
- zij zouden hebben uitgetreden
Imperative
- you withdraw
- you withdraw
Imperatief
- jij treed uit
- jullie treedt uit