Vervoeging van zerlassen

Onbepaalde wijs (infinitief): zerlassen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: versmelten

1 alternatieve vertaling

Duits

Nederlands

Präsens Indikativ

  • er/sie/es zerlässt
  • sie zerlassen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het versmelt
  • zij versmelten

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es zerließ
  • sie zerließen

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het versmolt
  • zij versmolten

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat zerlassen
  • sie haben zerlassen

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft versmolten
  • zij hebben versmolten

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte zerlassen
  • sie hatten zerlassen

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had versmolten
  • zij hadden versmolten

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird zerlassen
  • sie werden zerlassen

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal versmelten
  • zij zult versmelten

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird zerlassen haben
  • sie werden zerlassen haben

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal versmolten hebben
  • zij zult versmolten hebben

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zerlassen
  • sie würden zerlassen

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal versmelten
  • zij zullen versmelten

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zerlassen haben
  • sie würden zerlassen haben

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben versmolten
  • zij zullen hebben versmolten