Vervoeging van zorgen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zorg
- jij zorgt
- hij/zij/het zorgt
- wij zorgen
- jullie zorgen
- zij zorgen
Present
- I manage
- you manage
- he/she/it manages
- we manage
- you manage
- they manage
Onvoltooid verleden tijd
- ik zorgde
- jij zorgde
- hij/zij/het zorgde
- wij zorgden
- jullie zorgden
- zij zorgden
Simple past
- I managed
- you managed
- he/she/it managed
- we managed
- you managed
- they managed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gezorgd
- jij hebt gezorgd
- hij/zij/het heeft gezorgd
- wij hebben gezorgd
- jullie hebben gezorgd
- zij hebben gezorgd
Present perfect
- I have managed
- you have managed
- he/she/it has managed
- we have managed
- you have managed
- they have managed
Voltooid verleden tijd
- ik had gezorgd
- jij had gezorgd
- hij/zij/het had gezorgd
- wij hadden gezorgd
- jullie hadden gezorgd
- zij hadden gezorgd
Past perfect
- I had managed
- you had managed
- he/she/it had managed
- we had managed
- you had managed
- they had managed
Toekomende tijd I
- ik zal zorgen
- jij zult zorgen
- hij/zij/het zal zorgen
- wij zullen zorgen
- jullie zullen zorgen
- zij zullen zorgen
Future
- I will manage
- you will manage
- he/she/it will manage
- we will manage
- you will manage
- they will manage
Toekomende tijd II
- ik zal gezorgd hebben
- jij zult gezorgd hebben
- hij/zij/het zal gezorgd hebben
- wij zullen gezorgd hebben
- jullie zullen gezorgd hebben
- zij zullen gezorgd hebben
Future perfect
- I will have managed
- you will have managed
- he/she/it will have managed
- we will have managed
- you will have managed
- they will have managed
Conditionalis I
- ik zou zorgen
- jij zou zorgen
- hij/zij/het zou zorgen
- wij zouden zorgen
- jullie zouden zorgen
- zij zouden zorgen
Conditional present
- I would manage
- you would manage
- he/she/it would manage
- we would manage
- you would manage
- they would manage
Conditionalis II
- ik zou hebben gezorgd
- jij zou hebben gezorgd
- hij/zij/het zou hebben gezorgd
- wij zouden hebben gezorgd
- jullie zouden hebben gezorgd
- zij zouden hebben gezorgd
Conditional perfect
- I would have managed
- you would have managed
- he/she/it would have managed
- we would have managed
- you would have managed
- they would have managed
Imperatief
- jij zorg
- jullie zorgt
Imperative
- you manage
- you manage