Vertaling van parted

Inhoud:

Engels
Nederlands
to demarcate, to divide, to part {ww.}
scheiden 

I parted
you parted
he/she/it parted

ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden

to divide, to part, to separate {ww.}
klasseren

I parted
you parted
he/she/it parted

ik klasseerde
jij klasseerde
hij/zij/het klasseerde
» meer vervoegingen van klasseren

to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
afreizen

I parted
you parted
he/she/it parted

ik reisde af
jij reisde af
hij/zij/het reisde af
» meer vervoegingen van afreizen

to disunite, to divide, to part, to separate {ww.}
afsplitsen
afscheiden

I parted
you parted
he/she/it parted

ik splitste af
jij splitste af
hij/zij/het splitste af
» meer vervoegingen van afsplitsen

to part, to separate, to split {ww.}
afsplitsen

I parted
you parted
he/she/it parted

ik splitste af
jij splitste af
hij/zij/het splitste af
» meer vervoegingen van afsplitsen

to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
aftrekken

I parted
you parted
he/she/it parted

ik trok af
jij trok af
hij/zij/het trok af
» meer vervoegingen van aftrekken


Gerelateerd aan parted

demarcate - divide - part - separate - depart - set forth - set off - set out - start - start out - take off - disunite - splitassort - go away - separate - journey